Operation Manual

21
O Het systeem werkt niet.
w Controleer of het voltage van de output tussen ‘-’ en ‘+’ 17VDC is. Is dat niet het geval,
koppel dan de voeding los van het systeem en meet nogmaals. Wanneer het voltage
nu wel klopt, dan is er een kortsluiting in het systeem. Koppel de voeding los en
controleer het systeem.
w Controleer de polariteit van de voeding (installatie waar de voeding is aangesloten op
de monitor, zie pagina 16).
w In een installatie met een monitor, controleer of de monitor staat ingesteld als master,
(zie pagina 15).
w In een installatie met twee of meer monitoren, controleer of een monitor staat ingesteld
als master en de andere monitoren als slave, (zie pagina 15).
O Monitor ontvangt geen oproepen.
w Controleer of het voltage van de output tussen ‘-’ en ‘+’ 17V DC is. Is dat niet het geval,
koppel dan de voeding los van het systeem en meet nogmaals. Wanneer het voltage
nu wel klopt, dan is er een kortsluiting in het systeem. Koppel de voeding los en
controleer het systeem.
w Controleer de polariteit van de voeding (installatie waar de voeding is aangesloten op
de monitor, zie pagina 16).
w In een installatie met een monitor, controleer of de monitor staat ingesteld als master,
(zie pagina 15).
w In een installatie met twee of meer monitoren, controleer of een monitor staat ingesteld
als master en de andere monitoren als slave, (zie pagina 15).
O Volume beltoon te hard of te zacht.
w Pas de beltoon volume aan, (zie pagina 15).
O Gespreksvolume te hard of te zacht.
w Pas het gesprek volume aan, zie pagina 7.
O De intercomfunctie werkt niet.
w Deze functie is uitsluitend beschikbaar bij systemen met twee monitoren in hetzelfde
appartement.
w Controleer of de juiste wijze van oproep wordt gehanteerd, (zie pagina 13).
w Controleer of de intercomfunctie correct is ingesteld, (zie pagina 15).
O Deuropener werkt niet.
w Deze functie kan alleen gebruikt worden tijdens oproep, communicatie en zelfoproep.
w Controleer de deuropener en de bedrading.
PROBLEEMOPLOSSING