Operation Manual

<ALPHA+> - 7 -01.04-Vs6
Roep de ALPHA+ module op via de telefoonlijn
de ALPHA+ zendt 2 biepen (dtmf
**
) bij het nemen van de lijn
Voor een volledige en comfortabele programmatie, namelijk voor de installa-
ties met meerdere modules (meerdere deurposten, telefoonlijnen, camera's,
domotica, ...), is het sterk aangeraden de PC software ALPROG met de spe-
cifieke interface module te gebruiken (zie hoofdstuk XI).
De ALPHA+ bevestigt met een dubbele biep elke programmatie code die
op het toetsenbord van het telefoontoestel gevormd wordt. De correcte pro-
grammatie van een parameter wordt ook door een dubbele biep bevestigd.
Een geluidsignaal van het type 'bipbop' waarschuwt de gebruiker van een
programmatie fout; hij moet dan de programmatie van die parameter herbe-
ginnen.
In de volgende paragrafen veronderstelt men dat de ALPHA+ reeds aan-
gesloten is in <Programmatiemode> (zie hoofdstuk. I. 2).
9. Programmatie van verkorte telefoonnummers : <1>
.
100 verkorte telefoonnummers (00 tot en met 99) kunnen in de ALPHA+ ge-
programmeerd worden. De karakters
*
en # kunnen in een telefoonnummer
geprogrammeerd worden als dtmf codes.
De maximale lengte van een telefoonnummer bedraagt 14 karakters.
Het invoeren van elk telefoonnummer moet gevalideerd worden door een
<terminator>.
De <terminator> is een combinatie van 2 karakters namelijk
*
en #.
De opeenvolgende verkorte nummers (van 00 naar 01, 02 naar 03, ...) kun-
nen in cascade geprogrammeerd worden, zodat een tweede nummer ge-
vormd wordt in geval het eerste nummer niet zou antwoorden (bezette lijn of
overschreden oproepduur). Meerdere nummers kunnen natuurlijk in cascade
geprogrammeerd worden.
9.1. <Terminator>
Gewoonlijke <Terminator>
: <ZZ> = <
**
>
<Terminator> voor de cascade programmatie van de nummers
:
Indien <ZZ> = <
*
#>, en indien geen antwoord, gaat het systeem het
volgende nummer van de lijst vormen.
Gedurende het invoeren van een <Terminator> code, moeten de spe-
ciale karakters
*
en # zich binnen de 3 sec. volgen.
9.2. <Pause>
Een tussenpause (1 sec.) wordt gecodeerd door <# #>. Gedurende het
invoeren van een tussenpause, moeten de 2 karakters # zich binnen
de 3 sec. volgen.
9.3. Speciale karakters
*
en #
Om de speciale karakters
*
en # in het telefoonnummer als dtmf codes in
te voeren :
3 sec. wachten NA het invoeren van het karakter : een toonsi-
gnaal ’bop’ betekent dat het karakter gevalideerd werd als
dtmf code en dat het volgende karakter of cijfer mag ingevoerd
worden
Idem, om combinaties zoals <
* *
>, <
*
#>, <# #>, <#
*
> … als dtmf codes
in te voeren : 3 sec. wachten NA het invoeren van ELK speciaal ka-
rakter (toonsignaal ‘bop’).
9.4. Fouten
Een toonsignaal van het type 'bipbop' waarschuwt voor een fout
Bvb, als de invoertijd overschreden is (4 sec.)
Het ingevoerde nummer wordt door een dubbele biep gevali-
deerd, wanneer :
De <terminator> gedetecteerd wordt
Het 14de cijfer gedetecteerd wordt
In geval van vergissing wordt het ingevoerde nummer geweigerd