Operation Manual

36 - <ALPHA+>
X. Gebruik van de ALPHA+
Om de ALPHA+ in gebruiksmode te plaatsen :
Plaats SW1 in positie <USE> (OFF) : <Werking>; de led blijft
branden
In gebruiksmode, telkens als men een belknop activeert, zendt de ALPHA+ 2
bevestigingsbiepen naar de luidspreker van de deurpost, vóór hij het tele-
foonnummer vormt :
Zendt 2 biepen (dtmf
**
) in de luidspreker van de deurpost
Vormt het telefoonnummer
In ontvangst oproep, zendt de ALPHA+ 2 biepen (dtmf
**
) naar het telefoon-
toestel, bij de lijnopname.
Verschillende verrichtingen zijn mogelijk via het telefoontoestel : de deurpos-
ten selecteren, het slot activeren, …
1. Selectie van deurpost : <00> tot <99>
De operator selecteert de deurpost waarmee hij wil communiceren door het
overeenkomstige nummer op zijn telefoon te vormen. De nummers van de
deurposten gaan van <00> tot <99>, en bevatten altijd 2 cijfers. Hun
nummer is verbonden aan het nummer van hun belknoppen.
Bvb : om met de deurpost te communiceren waaraan men belknoppen nr
<01> en <02> toegekend heeft, kan men even goed <01> als <02> vormen.
In het geval van een basisinstallatie met enkel een ALPHA+ module, wordt
de selectie van de deurpost natuurlijk overbodig.
2. Activatie van het deurslot – Opening van de deur : <
**
>, <
*
#>
De operator kan het slot activeren dat verbonden is met de deurpost waar-
mee hij in communicatie is, door <
**
> of <
*
#> op zijn telefoon te vormen. Om
een specifiek slot te activeren, moet de operator eerst in communicatie zijn
met de betrokken deurpost.
Voorbeeld
Deurslot 4 activeren wanneer men in communicatie is met deurpost
nr <00> :
Vorm <04>, vorm <
**
>, terugkomen naar deurpost Nr 0 door
<00> te vormen
3. Communicatie beëindigen : <
*
0>
Wanneer de ALPHA+ module een <inhaak> tonaliteit detecteert (deze tonali-
teit is een signaal wiens periode (T) regelmatig is en van 400 tot 1000 msec.
gaat), beschouwt hij de communicatie als beëindigd en maakt hij de lijn vrij.
De lijn wordt gewoonlijk vrijgemaakt na 5-6 tonaliteiten.
De operator kan nochtans de communicatie beëindigen door <
*
0> te vor-
men : in dit geval maakt de ALPHA+ de lijn onmiddellijk vrij, zonder op de
<inhaak> tonaliteit te wachten.
4. Selectie van het communicatiemode : half-duplex, full-duplex of simplex :
<
*
1>, <
*
2> of <#>
De communicatiemode half-duplex of full-duplex wordt door de programmatie
bepaald :
Voor elk belknop
Voor een telefoonoproep (ontvangst oproep)
De operator heeft nochtans de mogelijkheid de op dat moment gebruikte
communicatiemode te wijzigen om een aanvaardbaar gesprekscomfort aan te
bieden, volgens het niveau van het omringende geruis :