Operation Manual

23 24
1,5-voudige correctielens
Bij een astronomische telescoop verschijnt het beeld
rechtopstaand, maar gespiegeld. De correctielens dient
om het spiegelbeeld te corrigeren.
Aluminium statief/schroevendraaier
• Gebruiksaanwijzing
Opbergvak voor het toebehoren
Hoogteverstelbare azimutale montering
De telescoop heeft een hoogteverstelbare azimutale
montering. „Hoogteverstelbaar“ verwijst naar de verticale
beweging van de telescoop, terwijl onder „azimutaal“
de horizontale beweging wordt verstaan. Een hoogte-
verstelbare azimutale montering met een azimutale
vastzetting (L) maakt het mogelijk de hele nachthemel of
aardse objecten te observeren zonder het statief zelf te
bewegen.
De volgende vergrotingen kunnen worden bereikt met de verwisselbare oculairs:
Overzicht oculairs en theoretische maximumvergrotingen
De vermelde waarden zijn theoretische vergrotingen, d.w.z. het daadwerkelijke resultaat wordt
bepaald door het object, de afstand van het object en de resolutie.
Voor telescopen van het type 700/600 mm is een maximale vergroting van 80x zinvol (of
78-voudig met een 9mm-oculair). Grotere vergrotingen zijn weliswaar mogelijk, maar zijn niet
geschikt voor het observeren van sterren, daar de resolutie amper volstaat. Gebruik grotere
vergrotingen daarom alleen voor de observatie van aardse en niet ver verwijderde objecten of
voor waarnemingen overdag. Door de kleinere afstand krijgt u een hogere resolutie.
Oculair
20 mm
12,5 mm
9 mm
4 mm
Vergroting
35-voudig
56-voudig
78-voudig
175-voudig
Met omkeerlens 1,5x
52,5-voudig
84-voudig
117-voudig
262,5-voudig
A. Knop voor scherpteregeling
B. Buis voor scherpteregeling
C. Hoekspiegel
D. Oculair
E. Houder voor zoeker
F. Zoeker
G. Telescoopbuis
H. Zonnefilter*
I. Objectieflens (niet afgebeeld)
J. Vastzetschroef vork (verticaal)
K. Vork
L. Azimutale vastzetting
M. Statiefkop
N. Opbergvak voor toebehoren
O. Houder voor opbergvak
P. Statiefpoot
Q. Rubberen voetje
R. Fijnregelbare verticale verstelling
S. Kompas
* Het apparaat is uitgerust met een afneembare zonnefilter en een beschermkap. De beschermkap
is tweedelig en moet worden verwijderd alvorens het apparaat te gebruiken. U neemt een kleiner
fragment van het object waar als u alleen de middelste, kleinere kap verwijdert en de grotere
kap op het apparaat laat zitten.
Het kompas ligt in een vloeistof. Houd er rekening mee dat de aanwezige luchtbel, afhankelijk
van de luchtdruk en temperatuur, vergroot en verkleint. Verder dient de luchtbel om de correcte
positie van het apparaat te bepalen. Het kompas kan ook mobiel, d.w.z. niet in de telescoop-
buis bevestigd, worden gebruikt. Het is mogelijk dat het kompas niet precies naar het noorden
wijst, met name indien sterke afbuigingen het magneetveld beïnvloeden, bijv. door elektronische
toestellen, elektrische leidingen of metalen voorwerpen (auto's).
Het kompas heeft twee richtingindicaties. De bovenste, kleinere indicator geeft de reële richting
aan. De grote, rondom aangebrachte indicatie geeft de „richting waarin men kijkt“ aan.