Operation Manual

26
27
Invoer van de overbelastingswaarde
voor ampère (A)
8. In het menu OVERLOAD kunt u met
de toetsen
VALUE / +
of
DISPLAY / –
naar
A
wisselen.
9. Druk op de toets
HISTORY
. In het
display knippert het eerste cijfer. Met
de toetsen
VALUE / +
of
DISPLAY / –
kunt u het gewenste getal invoeren.
10. Druk op de toets
HISTORY
om naar
het volgende (tweede) cijfer te gaan.
Met de toetsen
VALUE / +
of
DISPLAY
/ –
kunt u het gewenste getal invoeren.
11. Voer de volgende cijfers in, zo als in
stap 9 en 10 is weergegeven, tot u de
gewenste waarde hebt ingesteld.
12. Na invoer van het laatste cijfer drukt u
op de toets
SET / OK
om de waarden
op te slaan en weer naar de normale
weergave terug te keren.
Meting uitvoeren
Let erop, dat het totaalvermogen
van de aangesloten verbruikers
de 3680 watt niet mag overstij-
gen!
Nadat u de kloktijden, stroomprijzen, CO2-
factor en overbelastingswaarde hebt inge-
steld, kunt u met de metingen beginnen.
1. Sluit het apparaat aan op een naar
behoren geïnstalleerd en beveiligd 230
V-stopcontact.
2. Sluit nu de verbruikers aan.
Weergeven van meetwaarden
Automatisch weergave van meetwaarden
Het apparaat laat u voortdurend verschillen-
de meetwaarden in de run zien. Weergege-
ven worden:
V (netspanning in volt)
A (momenteel vloeiende stroom in
ampère)
W (opgenomen vermogen in watt)