Operation Manual
80
81
10. Fiets berijden
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen
Uw veiligheid tijdens het rijden hangt af van uw snelheid. Hoe hoger uw tempo, des te groter wordt het
risico!
• Gebruik deze fiets alleen als u het rijden in en het afremmen ook vanuit hoge snelheden veilig beheerst.
• Pas de snelheid steeds aan uw rijvaardigheid en de rijomstandigheden aan.
• Draag een helm tijdens het rijden.
• Rij vooruitziend en defensief.
• Wees tijdens het rijden steeds gereed om te remmen.
• Rij nooit onder invloed.
• Rij zo dat u uw fiets te allen tijde onder controle heeft en bij plotselinge gevaarlijke situaties niet in het
nauw raakt.
• Merk op dat het remeffect aanzienlijk kan verminderen als u op losse en/of gladde oppervlakken rijdt,
als u zwaar belast bent, of tijdens afdalingen en in slechte weersomstandigheden.
Dat zorgt ervoor dat de remafstand langer wordt.
• Merk ook op dat vaak en lang remmen ervoor zorgt dat het remsysteem erg warm wordt, wat kan leiden
tot aanzienlijke slijtage van het remeffect.
Dat zorgt ervoor dat de remafstand langer wordt. Zie Punt 8.5 Remmen bedienen.
• Draag tijdens het rijden alleen geschikte kleding die de bediening van de fiets en uw zicht niet belem-
mert.
• Rij alleen met nauwsluitende beenbekleding. Wijde kledingstukken kunnen in de fiets vastraken en dat
kan leiden tot ernstige valpartijen.
• Draag bij donkerheid en slecht zicht kleding met reflecterende strepen en rij met verlichting.
• Let op dat sommige kledingstukken en/of het gebruik van een rugzak de beweeglijkheid kunnen belem-
meren.
• Draag bij de sportieve toepassing (bijv. in het sportpark, bij de downhill) hiervoor bestemde persoonlijke
beschermingsmiddelen.
U mag uw fiets alleen op de gebruikelijke manier gebruiken:
1. Ga op het zadel zitten.
2. Houd met de linkerhand het linkerhandvat van het stuur vast en met de rechterhand het rechterhand-
vat.
3. Plaats uw linkervoet op het linkerpedaal en uw rechtervoet op het rechterpedaal om te fietsen.
4. Bij het versnellen of bergop mag u op de trappers gaan staan.
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen
Als u op de trappers staat, kan uw voet van de pedaal glijden waardoor u ten val kunt komen.
Rij in deze techniek alleen,
• als u hem beheerst,
• als u een schoen-pedaalcombinatie gebruikt, waarbij u met de juiste traptechniek niet van het
pedaal kunnen wegschuiven. Wend u hiervoor tot uw fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.
WAARSCHUWING Gevaar door intrekking en schaarwerking
Draaiende wielen kunnen letsel aan uw handen en andere lichaamsdelen veroorzaken.
• Houd uw handen en andere lichaamsdelen uit de buurt van draaiende wielen.
• Zorg ervoor dat handen en andere lichaamsdelen van uw kind niet in contact kunnen komen met draai-
ende wielen.
VOORZICHTIG Gevaar door verbranding
Bij het rijden – in het bijzonder bij langere afdalingen en bij veelvuldig remmen – kunnen velgen en
remschijven zo heet worden dat uw brandwonden op uw huid kunt oplopen.
• Pak velgen en remschijven direct na het rijden niet vast.
• Laat velgen en remschijven minimaal 10 minuten afkoelen voordat u ze vastpakt.
• Voor controle van de temperatuur drukt u met een blote vinger heel kort op het remoppervlak van de
velg c.q. remschijf. Als ze heet aanvoelen, wacht u enkele minuten en herhaalt u deze test net zo vaak
tot de remoppervlakken volledig afgekoeld zijn.
OPMERKING:
Er bestaan tal van trainingsaanbiedingen voor het rijden met een fiets.
Een dergelijke rijtraining kan u helpen om de rijveiligheid te verhogen en uw rijtechniek te verbeteren. Vraag uw
fietsspecialist naar aanbiedingen bij u in de buurt.
11. Wat doen na een valpartij of ongeval
11.1 Algemene informatie
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen
Door vallen, ongeval of extreme krachten kunnen veiligheidsrelevante fietsonderdelen beschadigd zijn.
Dit kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen en schade aan objecten.
• Gebruik uw fiets na een valpartij, ongeval of inwerking van extreme krachten niet meer.
• Neem na een valpartij of ongeval direct contact op met uw fietsspecialist.
• Rij pas weer met uw fiets als deze door de fietsspecialist volgens de voorschriften gerepareerd is.
De volgende fietsonderdelen moet u altijd na een valpartij op harde ondergrond laten vernieuwen:
• Stuur
• Stuurpen
• Crank
• Carbonzadelpen
• Zadel met carbononderstel
Alle andere onderdelen moeten door de fietsspecialist worden gecontroleerd en indien nodig worden vervan-
gen.