Operation Manual

44
45
diepte onherstelbare schade aan zadelpen en frame tot gevolg hebben.
Let op de juiste insteekdiepte van de zadelpen.
1. Voer een visuele controle van de zadelpen uit. Het ‘STOP’- of ‘MAX’-merkteken mag niet te zien zijn.
2. Probeer het zadel met zadelpen door middel van handkracht in het frame te verdraaien.
Het zadel plus de zadelpen mogen daarbij niet verdraaien.
3. Probeer het zadel door tegengestelde op- en neergaande bewegingen d.m.v. handkracht in zijn klem-
ming te bewegen.
Het zadel mag niet bewegen.
4. Als zadel en/of zadelpen toch kunnen worden bewogen, zet ze dan vast (zie
par. 8.6.3, Snelspanas op de
zadelstrop openen en sluiten en par. 8.1, Zadelhoogte afstellen).
7.3 Stuur, stuurpen controleren
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen
Een niet op de juiste manier gemonteerd/e of beschadigd/e stuur/stuurpen kan tot gevaarlijke situaties,
valpartijen en ongevallen leiden.
Wanneer u aan deze onderdelen gebreken vaststelt of er twijfels over heeft, mag u uw fiets in geen
geval verder gebruiken.
Neem direct contact op met een gespecialiseerde werkplaats.
1. Controleer stuurpen en stuur visueel.
De stuurpen moet parallel ten opzichte van de voorwielvelg verlopen.
Het stuur moet in een rechte hoek ten opzichte daarvan zijn afgesteld.
2. Klem het voorwiel tussen uw benen.
3. Pak het stuur aan beide uiteinden vast.
4. Probeer het stuur door middel van handkracht in beide richtingen te verdraaien.
5. Probeer het stuur in de stuurpen door middel van handkracht te verdraaien.