Operation Manual

NX-10-gebruikershandleiding 30
Als een kaartlezer is geïnstalleerd, kunt u met behulp van een kaart of toegangsbadge verschillende functies van het codeklavier activeren door de kaart
voor de lezer te houden. Als hoofdgebruiker kunt u één of meer kaarten aan het systeem toevoegen of bestaande kaarten verwijderen. Hiertoe drukt u
OK en voert u een hoofdcode in. Ga met de toetsen naar NX-1701 Kaartlezers en druk op OK.
2. Voer het gebruikersnummer in dat aan de kaart moet worden toegewezen en
druk op OK. LED 1 op eventueel geactiveerde kaartlezers begint te knipperen.
3. Scan de kaart. Als de kaart nog niet in het systeem bestaat, wordt deze
toegevoegd en stopt LED 1 met knipperen. Bestaat de kaart al in het systeem,
dan hoort u 3 biepjes.
4. Als u meerdere kaarten wilt toevoegen, gaat u met de toetsen naar
Toevoegen meerdere kaarten en drukt u op OK. Voer stap 2 uit en scan de eerste
kaart.
5. Als de gebruikerskaart nog niet in het systeem bestaat, wordt ze toegevoegd.
LED1 blijft knipperen om aan te geven dat de volgende kaart kan worden
gescand.
6. Als u een kaart wilt verwijderen, gaat u met de toetsen naar Verwijder één
kaart en drukt u op OK. Voer stap 2 uit en scan de kaart.
7. De gebruikerskaartgegevens van het opnieuw ingevoerde gebruikersnummer
worden gewist en LED 1 stopt met knipperen.
Opmerking: 40 seconden nadat u het scannen van kaarten hebt voltooid, worden alle
kaartlezers in het systeem bijgewerkt met de nieuwe kaartgegevens.
1. Als u één kaart wilt toevoegen, ga dan met de toetsen naar Toevoegen één
kaart en druk op OK.
Kaarten/badges toevoegen en verwijderen
........
........
........
........
........
........
........
OK
Geef gebruikernr
123
OK
OK