Operation Manual
NX-10-gebruikershandleiding 29
Uw systeem testen
2. Wanneer u een zone activeert, hoort u een deurbel (chime) en wordt de
zonestatus op het LCD-display weergegeven. Als dat niet het geval is, activeer de
sensor opnieuw.
3. Voer uw hoofdgebruikerscode in om de looptest af te sluiten.
4. Als u de eventuele systeemproblemen wilt bekijken, zoals een batterijstoring of
een defecte telefoonlijn, selecteer de functie Service check en druk op OK.
5. Bij problemen wordt een servicemelding op de LCD-display weergegeven. Zie
pagina 31 voor meer informatie.
Opmerking: Gebruik de toetsen
om door de looptest en de resultaten van de
service check op de LCD-display te bladeren.
1. Als u elke sensor in uw systeem wilt testen, selecteert u nadat u de
hoofdgebruikerscode hebt ingevoerd de functie Looptest en drukt u OK. Loop
door alle beveiligde ruimtes en open alle deuren en vensters om na te gaan
indien de sensor reageert.
U kunt verschillende systeemtesten uitvoeren om te controleren indien uw alarmsysteem correct werkt. Als u een servicecontrole wilt uitvoeren (indien een
servicemelding optreedt), hoeft u alleen maar het Gebruikersmenu te openen. Als u een looptest wilt uitvoeren, moet u een hoofdgebruikerscode invoeren.
........
........
........
........
........
OK
Looptest
<resultaten>
OK
Service vereist
........
........
........
........
........