Installation Instructions

NX-10 Installateurhandleiding
95
ADRES 13 - KLANTNUMMER VOOR TELEFOONNR° 3 (6 segmenten, numerieke data)
Gebruik adres 13 voor het programmeren van de klantcode die wordt verstuurd wanneer
telefoonnummer°3 wordt gekozen. Een nul in het klantnummer wordt geprogrammeerd als een “0”.
Een “10” geeft het einde van het klantnummer aan, dus programmeer een “10” in het segment dat
volgt na het laatste cijfer van het klantnummer. Als het klantnummer 6 cijfers lang is, programmeert
u alle 6 segmenten. Indien adres 6 niet wordt geprogrammeerd, wordt klantnummer 1 gebruikt
wanneer telefoonnummer°3 wordt gekozen.
ADRES 14 - COMMUNICATIEPROTOCOL VOOR TELEFOONNR° 3 (1 segment, numerieke data)
Adres 14 bevat het communicatieprotocol waarmee naar de ontvanger wordt gestuurd die is
verbonden met telefoonnummer°3. Raadpleeg de instructies bij de ontvanger van uw
doormeldnummers om te bepalen welk protocol compatibel is. Zie Bijlage 3 voor alle beschikbare
protocolselecties. Als u een protocol nodig heeft dat niet in deze lijst staat, moet u de speciale opties
instellen die zijn beschreven op adres 18 om het gewenste protocol in te stellen. Als u een speciaal
protocol wilt maken, moet een “15” worden geprogrammeerd op adres 14 naast de ingangen voor
adres 18. Indien dit adres een “0” bevat, wordt protocol 1 gebruikt wanneer telefoonnummer°3 wordt
gekozen.
ADRES 15 - KIESPOGINGEN/BACKUPCENTRALE VOOR TELEFOONNR.° 3
(2 segmenten, numerieke data)
Segment 1, kiespogingen:Segment 1 van adres 15 wordt gebruikt om het aantal kiespogingen op te
geven (1 t/m 15) waarmee de communicatiemodule naar telefoonnummer°3 belt voordat het
notificatieproces wordt beëindigd. De standaardinstelling is “0” en de communicatiemodule doet
hetzelfde aantal pogingen als is geprogrammeerd voor adres 3.
Er zit een wachttijd van 12 seconden tussen de eerste twee kiespogingen en een wachttijd van 60
seconden tussen elke volgende kiespoging (ongeacht het gekozen nummer).
Segment 2 - Backupcentrale telefoonnummer° 3: Als op dit adres in segment 2 een “0” wordt
geprogrammeerd, zal de NX-10 het toegewezen aantal aanroeppogingen maken naar
telefoonummer°2 alvorens de voorwaarde “Communicatiefout” wordt ingesteld en de rapportering
wordt gestopt. Als op dit adres in dit segment een “1” wordt geprogrammeerd, zal de NX-10 niet
langer meer communiceren nadat het toegewezen aantal aanroeppogingen is gemaakt naar
telefoonnummer°3. Indien een “2” is geprogrammeerd in dit segment, zal de NX-10 de kiespogingen
uitvoeren in stappen van twee. De eerste twee pogingen worden uitgevoerd naar telefoonnummer°3,
de volgende twee pogingen naar telefoonnummer°2, waarna dit wordt herhaald totdat het totaal
aantal pogingen dat is opgegeven bij segment 1 is voltooid.
Gebeurtenissen rapporteren naar telefoonnummer 3
Telefoonnummer°3 kan worden gebruikt als een derde ontvanger voor meervoudige of gescheiden
rapporteringen. Telefoonnummer°3 beschikt over twee programmeeradressen waarmee de
gebeurtenissen worden geselecteerd die naar dit telefoonnummer worden gerapporteerd. Adres 16
wordt gebruikt om de gebeurtenissen te selecteren die naar telefoonnummer°3 worden gerapporteerd
en adres 17 wordt gebruikt om te selecteren welke partities naar telefoonnummer°3 worden