Installation Instructions
Locatie Term Definitie
servicepersoneel worden toegewezen.
2.3.2.2.3 In/Uitschakelen Een menu-optie die aan een vier- of zescijferige code kan worden
toegekend om het systeem in of uit te schakelen afhankelijk van
de actuele status
2.3.2.2.4 Hoofdcode Een menu-optie die een code specificeert zodat deze andere
gebruikerscodes kan programmeren, op voorwaarde dat ze
toegang heeft tot dezelfde partities als de gebruikerscode. De
code van gebruiker 1 is de standaard hoofdcode.
2.3.2.2.5 Blokkeer zones Een menu-optie die de geselecteerde code toestaat zones te
blokkeren.
2.3.2.2.6 In/Uit rapport? Een menu-optie die een code specificeert die inschakelingen
(sluiten) en uitschakelingen (openen) aan de doormeldnummers
rapporteert.
2.3.2.3 Partities Een optie uit het menu Codes die alle partities opsomt die aan de
geselecteerde code zijn toegewezen De geselecteerde code kan
een gebeurtenis voor deze partities activeren.
2.3.3 Dwangcode Een menu-optie die de dwangcode instelt. Een dwangcode
schakelt het systeem uit en activeert een dwangalarm. Dit is een
stil alarm dat een speciaal rapport naar het doormeldnummer
verstuurt.
2.3.4 Bewakingscodes 16 17 Een menu-optie waarmee de gebruikercodes 16 en 17 worden
ingesteld als bewakingscodes.
In dit geval kunnen gebruikerscodes 16 en 17 niet worden
geprogrammeerd of gewijzigd via een hoofdcode. Ze kunnen
alleen worden gewijzigd met behulp van de up-/
downloadsoftware. Met bewakingscode 16 kunt u altijd in-/
uitschakelen. Met bewakingscode 17 kunt u alleen in-/
uitschakelen tijdens een alarmtoestand. Alleen wanneer zich een
alarmtoestand voordoet, kunt u met bewakingscode 17 het
systeem uitschakelen. Nadat de alarmtoestand is beoordeeld, kan
het systeem met bewakingscode 17 opnieuw worden
ingeschakeld, maar niet meer opnieuw worden uitgeschakeld (zie
ook adres 41, segment 1, optie 7).
2.3.5 Gebruikerrechten Een menu-optie waarmee wordt opgegeven dat gebruikerrechten
vereist zijn om de programmeermode te activeren.
2.4 Communicatie Een menu-optie waarin opties zijn gegroepeerd voor de
communicatie tussen de centrale en de up/download-software of
de doormeldnummers.
2.4.1 Doormeldnummers Een menu-optie waarin opties met betrekking tot de
doormeldnummers zijn gegroepeerd. Dit is een locatie op afstand
waar signalen en meldingen van alarmsystemen worden
gecontroleerd en van waaruit hulp kan worden gestuurd als dat
nodig is. Deze wordt ook wel meldkamer of PAC genoemd.
2.4.1.1 Telefoonnummers Een menu-optie waar rapporteringsopties van telefoonnummers
zijn gegroepeerd.
2.4.1.1.1.1 Telefoonnummer Een menuoptie voor het instellen van het telefoonnummer
waarnaar gebeurtenissen moeten worden gemeld. De centrale
kan aan maximaal zes telefoonnummers rapporteren.