Installation Instructions

NX-10 Installateurhandleiding
71
Locatie Term Definitie
gegroepeerd.
2.2.3.1 Zoemer Een menu-optie waarin de gebeurtenissen zijn gegroepeerd die
de bediendeelzoemer activeren.
2.2.3.1.1 Telefoonlijnfout Een menu-optie waarin de opties zijn gegroepeerd die de
bediendeelzoemer activeren wanneer een telefoonlijnfout
optreedt.
2.2.3.1.1.1 Bij Syst. Aan Een menu-optie die de bediendeelzoemer activeert wanneer een
telefoonlijnfout optreedt bij een ingeschakeld systeem.
2.2.3.1.1.2 Bij Syst. Uit Een menu-optie die de bediendeelzoemer activeert wanneer een
telefoonlijnfout optreedt bij een uitgeschakeld systeem.
2.2.3.1.2 230Vac fout Een menu-optie die de bediendeelzoemer activeert wanneer de
netvoeding wegvalt.
2.2.3.1.3 Accufout Een menu-optie die de bediendeelzoemer activeert wanneer een
accufout optreedt.
2.2.3.1.4 Verificatietijd Comb.Zone Een menu-optie waarmee de bediendeelzoemer wordt
geactiveerd tijdens de verificatietijd van een combinatiezone.
2.2.3.1.5 Sabotage Een menu-optie die de bediendeelzoemer activeert wanneer een
sabotage optreedt.
2.2.3.1.6 Module storing Een menu-optie die de bediendeelzoemer activeert bij een
modulestoring.
2.2.3.1.7 Paniektoetsen Een menu-optie waarmee de bediendeelzoemer wordt
geactiveerd voor paniektoetsen.
2.3 Codes Een menu-optie waarin opties in verband met de gebruikerscode
zijn gegroepeerd.
2.3.1 4/6 Cijfers Een menu-optie die aangeeft of een vier- of zescijferige code
wordt gebruikt.
2.3.2 Install. code Een 4- of 6-cijferige code waarmee u het systeem kunt
programmeren. Deze menu-optie specificeert de partities en
delen van het systeem waartoe de installateur toegang heeft. De
code kan ook worden gebruikt als een standaard in-/
uitschakelcode. In dat geval wordt de code beschouwd als
gebruiker 255.
Een optie in het menu Codes waarin de installateurcodeopties zijn
gegroepeerd.
2.3.2.1 Code Een menu-optie die de gebruikerscode instelt. Dit is een nummer
van vier of zes cijfers, dat toegang geeft tot het systeem.
2.3.2.2 Rechten Een menu-optie waarin gebruikersrechten zijn gegroepeerd. Deze
opties specificeren de gebruikersrechten van een persoon bij het
gebruik van de centrale.
2.3.2.2.1 Insch. na Sluiting Een menu-optie die een code specificeert waarmee het systeem
alleen na sluitingstijd kan worden ingeschakeld (wanneer het
systeem normaal ingeschakeld moet zijn). Als de code wordt
ingevoerd tussen de openingstijd en de sluitingstijd, wordt het
systeem niet ingeschakeld.
2.3.2.2.2 Alleen inschakelen Een menu-optie die aan een code kan worden toegekend die
alleen het systeem mag inschakelen, maar geen enkele andere
functie mag uitvoeren. Deze code kan bijvoorbeeld aan