Installation Instructions
ingelezen. Deze procedure vereist dat de inleesmode wordt gestart in de centrale via het menu,
waarna de sabotageschakelaar van de sirene wordt geactiveerd. Zie
Draadloze sirenes inleren op
pagina
169 voor alle stappen die zijn vereist om een nieuwe sirene te programmeren.
U installeert als volgt een draadloze sirene:
1. Kies een geschikte locatie voor het installeren van de sirene en monteer deze aan de
muur.
2. Plaats de batterijen om de sirene van stroom te voorzien. In het geval van een
binnensirene bevinden de houders voor vier (4) AA 1,5 V batterijen en één (1) 9 V
batterij zich binnen in de sirenebehuizing. In het geval van een buitensirene,
installeert u de batterijpack binnen in de behuizing van de sirene. De batterijpack
bevat afzonderlijke batterijen voor de luidspreker en het flitslicht.
3. Sluit de batterijpack aan op de aansluitconnector van de sirene.
4. Lees de sirene in (zie Draadloze sirenes inleren op pagina 169).
5. Knip tijdens het installeren van de buitensirene voordat u de sirene in werking zet
jumper J3 op de printplaat van de sirene door. Deze jumper wordt als
opstartbeveiliging gebruikt.
6. Sluit de afdekplaat op de sirene.
LET OP: Volg voor het vervangen van de batterijen van de sirene de instructies in de handleiding die bij uw
sirene is geleverd. Batterijen kunnen exploderen of brandwonden veroorzaken als ze worden
opgeladen, onjuist uit elkaar worden gehaald of in elkaar worden gezet, of worden blootgesteld aan
vuur of hoge temperaturen. Lever gebruikte batterijen in volgens de instructies bij de batterijen en/of
volgens de plaatselijke wet- en regelgeving. Houd ze buiten het bereik van kinderen. Gebruik altijd
batterijen uit dezelfde verpakking en vervang steeds alle batterijen ineens door nieuwe.