Installation Instructions

NX-10 Installateurhandleiding
29
initialisatieproces van het bediendeel gestart.
Opmerking: Indien het bediendeel niet nieuw is (omdat het bijvoorbeeld op een ander systeem is gebruikt),
moet het eerst opnieuw worden geprogrammeerd (geflashed) of moet het terug naar fabriekswaarden
worden geplaatst om eerdere instellingen van het bediendeel te wissen. De inleesmode wordt anders niet
geïnitialiseerd (zie Hoofdstuk B11 Firmware bijwerken op pagina
248).
3. Selecteer de taal uit de lijst met de toetsen ½¾ en druk op OK.
4. Selecteer de landencode voor de NX-10 centrale met de toetsen ½¾ en druk op
OK.
5. Typ bij de prompt Partitie het partitienummer en druk op OK.
6. Typ bij de prompt Bediendeelnummer het bediendeelnummer en druk op OK.
7. Bij de prompt SysID-KID1-KID2 moeten 3 waarden worden ingevoerd:
SysID: deze waarde bevat het identificatienummer van de centrale (Systeem ID)
en bestaat uit 3 cijfers. Dit getal is uniek voor de centrale.
KID1: deze waarde bevat de eerste 3 cijfers van het identificatienummer
(bediendeel ID1) van het bediendeel.
KID2: deze waarde bevat de laatste 3 cijfers van het identificatienummer
(Bediendeel ID2) van het bediendeel. Elk van deze waarden moet tussen 001 en
255 liggen en is uniek per bediendeel. Indien een opgegeven waarde onjuist is,
wordt opnieuw de lege prompt SysID-KID1-KID2 weergegeven op het
bediendeel. De combinatie van unieke ID's voor centrale en draadloze
bediendeel is vereist voor het communiceren van een draadloos bediendeel met
enkel die centrale waarvoor het bestemd is. Indien meerdere draadloze
bediendelen worden gebruikt op dezelfde centrale, moet elk draadloze
bediendeel over verschillende waarden voor KID1 en KID2 beschikken.
8. Voer bij de prompt EncKey een codeersleutel van 24 cijfers in en druk op OK. Met
deze codeersleutel wordt de draadloze communicatie tussen de centrale en
draadloze bediendeel of bediendelen beveiligd. De codeersleutel is uniek voor elke
centrale. Er kan een willekeurige waarde van 24 cijfers worden ingevoerd. Indien
een draadloos bediendeel toegevoegd dient te worden aan een bestaande NX-10
centrale, dan moet de codeersleutel eigen aan die centrale worden ingevoerd bij het
inlezen van het nieuwe bediendeel.
9. Het bediendeel communiceert met de centrale en verzendt de data die bij stap 3 t/m
8 zijn ingevoerd. Het bericht Learn-in en Kopiëren bezig wordt kort weergegeven.
10. Het bediendeel wordt ingelezen en de systeemstatus van de centrale wordt
weergegeven.
Belangrijk: Progammeer niet enkel nullen (bijvoorbeeld, "000") als waarde voor SysID, KID1, KID2 noch voor de
Encryption Key. Dit maakt het bediendeel onbruikbaar.
Opmerking: Indien de RF bediendeelinstellingen reeds opgeslagen in de RF ontvanger, verschillen van de huidige
bediendeelconfiguratie, dan zal de RF ontvanger het kopieerproces starten. Tijdens het kopieerproces wordt
de melding "Kopiëren bezig..." weergegeven. Omwille van de intensieve RF communicatie die zich op dat
moment voordoet, wacht u om de RF bediendelen verder te gebruiken totdat het kopieerproces is beëindigd.
De draadloze sirenes installeren
Voor een gegarandeerde communicatie tussen de centrale en de sirene, moet elke sirene zijn