Installation Instructions

NX-10 Installateurhandleiding
25
Hoofdstuk A3 Een basissysteem installeren
De NX-10 installeren
LET OP: Voordat u de centrale installeert:
Zorg ervoor dat de centrale wordt gemonteerd op een vlak, stevig, verticaal
oppervlak, zodat de behuizing niet doorbuigt of kromtrekt wanneer de
montageschroeven/-bouten worden vastgedraaid.
Laat 50 mm ruimte vrij tussen naast elkaar gemonteerde ingebouwde
apparatuur en 25 mm tussen de behuizing en het kabelpad.
Het batterijvak in de behuizing is alleen nuttig voor normaal gebruik van de
centrale. Verwijder de batterij voor transport van de centrale.
Zorg ervoor dat de draadklemmen worden geïsoleerd. Gebruik draadstroppen
om contact met andere draden of kringen te vermijden ingeval draden mochten
breken.
Kleine polycarbonaat behuizing
De NX-10 is leverbaar in een kleine of in een grote polycarbonaat behuizing (suffix -LB). De kleine
polycarbonaat behuizing biedt ruimte voor het NX-10 paneel, een 7Ah 12V batterij en één optionele
module, bijvoorbeeld de NX-590E TCP/IP module. Indien meerdere uitbreidingsmodules vereist
zijn, moet overgestapt worden op de grote polycarbonaat behuizing.
1. Draai de sluitschroef in de kunststoffen behuizing los.
2. Open de behuizing.
3. Neem het deksel van de behuizing af.
Als een uitbreidingsmodule moet worden aangesloten:
4. Sluit de NetworX-buskabels aan op de module.
5. Sluit de NetworX-buskabels van de uitbreidingsmodule aan op de centrale. Gebruik
hiervoor één van de interne bus connectoren (Zie Figuur 1, positie
2, 3 en M).
6. In geval van de kleine polycarbonaat behuizing, klem de TCP/IP-module vast aan
de binnenkant van de behuizing.
7. Sluit de Ethernet-kabel aan op de TCP/IP-module (zie de instructies in de
handleiding van de NX-590E-module).
8. Sluit de batterij-aansluitingen van de centrale aan op de batterij en schakel de
centrale in.