Installation Instructions

NX-10 Installateurhandleiding
241
3. Selecteer het juiste poortnummer en de baudrate. Het protocol moet binair zijn
(standaard). De baudrate moet overeenkomen met de NX-586E. De
standaardinstelling is 9600. Klik op OK.
4. Selecteer de account die u wilt gebruiken.
5. Selecteer: Up/Download>Centralegegevens van 586 lezen.
6. Selecteer het adres in de NX586E waaruit de data moet worden opgehaald.
7. Er wordt een scherm geopend dat aangeeft dat de data wordt gelezen. Wanneer dit
scherm verdwijnt, is het proces voltooid.
Adresprogrammering voor de NX-586E
Het enige adres dat op de NX-586E wordt gebruikt is adres 0. De zeven segmenten beschikken over
de volgende functies en betekenissen:
Tabel 35.
Segment 1
Hiermee wordt de taak ingesteld om de resultaten van de gevraagde taak uit te voeren (lezen of schrijven) en
weer te geven.
0 = Inactie
f
1 = Lees confi
g
uratie centrale naar een bestand
COMMAND
2 = Schri
j
f bestandsconfi
g
uratie naar de centrale
COMMAND
10 = Actie
f
RESULTAAT
11 = On
g
eldi
g
commando
;
installateur heeft een andere waarde dan 1 of 2 in
g
evoerd RESULTAAT
12 = On
g
eldi
g
bestandsnummer
;
installateur heeft een andere bestandsnummer in
g
evoerd
RESULTAAT
13 = On
g
eldi
g
centralet
yp
e
;
de centrale en het bestand komen niet overeen RESULTAAT
14 = On
g
eldi
g
e toe
g
an
g
scode
;
de centrale en de toe
g
an
g
scode komen niet overeen RESULTAAT
15 = Timeout
;
het vereiste commando beschikte niet over een data-uitwisselin
g
g
edurende 3
RESULTAAT
16 = Geannuleerd
;
het vori
g
e commando werd
g
eannuleerd vanwe
g
e een
p
o
g
in
g
tot een
RESULTAAT
20= Overdracht succesvol
;
het vori
g
e lees- of schri
j
fcommando was succesvol RESULTAAT
Segment 2
Hiermee wordt het bestandsnummer vastgehouden voor het aangevraagde lees- of schrijfcommando. De
enige geldige waarden zijn 1-4. Dit segment wordt altijd ingesteld op 0 na elk willekeurig commando, om het
per ongeluk overschrijven van een onjuist bestand te voorkomen.
Segmen-
ten 3 - 6
Hiermee wordt het centraletype opgeslagen in respectievelijk bestand 1-4.
Resultaten 1 - 3 gelden voor de standaard NetworX-centrales (NX-4 / NX-6 / NX-8).
Resultaat 4 geldt voor de NX-8E-centrale.
Resultaat 10 geldt voor de NX-4V2-centrale.
Resultaat 11 geldt voor de NX-6V2-centrale.
Resultaat 12 geldt voor de NX-8V2-centrale.
Resultaat 15 geldt voor de NX-10-centrale.
Segment 7
Hiermee wordt de baudsnelheid voor de RS-232-verbinding ingesteld (moet overeenkomen met die van het
DL-900-programma). De geldige waarden zijn 0-7 en worden opnieuw ingesteld op 4 (9600 baud -
fabrieksstandaard) indien ze onjuist worden ingesteld.
0= 600 Baud 2= 2400 Baud (2,4K) 4= 9600 Baud (9,6K) 6= 38400 Baud (38,4K)
1= 1200 Baud (1,2K) 3= 4800 Baud (4,8K) 5= 19200 Baud (19,2K) 7= 76800 Baud (76,8K)