Installation Instructions

NX-10 Installateurhandleiding
231
Tabel 32. Gebeurtenisbeschrijving
Gebeurtenisbeschrijving Verklaring
L1 Gebeurtenis PN Partitienaam
L2 UU:MM DD/MM GN/ZN Zone/Gebruikersnaam LOG
Gebeurtenistype Het type gebeurtenis dat zich heeft voorgedaan.
PN Het nummer van de partitie waarin de gebeurtenis plaatsvond.
Partitienaam De naam van de partitie waarin de gebeurtenis plaatsvond.
Zone/User Name De naam van de zone of de gebruiker.
UN/ZN Het nummer van de gebruiker, zone of module.
HH:MM Het tijdstip (UU:MM) waarop de gebeurtenis zich voordeed.
DD/MM De dag en maand waarop de gebeurtenis plaatsvond.
LOG De positie van de gebeurtenis in het logboek.
Logboekgebeurtenissen
Tabel 33. Gebeurtenislijst
Gebeurtenisbericht Verklaring
10 mislukte
downloadpogingen
Dit is een beveiligingsvoorziening. Deze gebeurtenis doet zich voor als iemand op het
systeem probeert in te breken.
Alarm Er is een alarm geactiveerd
Herstel alarm Zie Alarm gebeurtenisbericht.
Autotest De automatische testmelding is naar de doormeldnummers verstuurd.
Aux comm. fout Fout tijdens het communiceren met de externe module, bijvoorbeeld de TCP/IP-
module.
Herstel Aux comm. fout Zie het gebeurtenisbericht Aux comm. fout.
Sabo behuizing Een sabotage behuizing.
Inbraak Er is een inbraakzone geactiveerd.
Herstel inbraak Zie het gebeurtenisbericht Inbraak.
Fout Databus De centrale detecteert wanneer de databus een kortsluiting veroorzaakt, geforceerd
wordt naar een hoger niveau of als er een probleem is met de ontvangst van geldige
bytes. Ongeveer 8 seconden nadat dit probleem is gedetecteerd zal deze
gebeurtenis worden opgenomen in het logboek en wordt de externe databus
ongeveer 5 minuten lang uitgeschakeld. Als deze situatie zich niet herstelt na
5 minuten, wordt de externe databus opnieuw 5 minuten uitgeschakeld. Na het
invoeren van de installateurcode wordt de gebeurtenis Fout Databus Herstel
opgenomen in het logboek en de databus weer ingeschakeld.
Fout Databus Herstel Zie het gebeurtenisbericht Fout Databus.