Installation Instructions
Voordat u de GSM/GPRS-module kunt programmeren, moet u de module registeren en resetten. Zie
De systeemmodules registreren op pagina 228 voor meer informatie over registreren en resetten. Als
u de GSM/GPRS-module wilt programmeren, selecteert u Installateurmenu>NX-7002 GPRS/GSM.
Programmeeropties
U kunt de module programmeren via een bediendeel of met behulp van de DL900-software. U kunt
de volgende opties selecteren:
• Het rappoteringsformaat dat moet worden gebruikt.
• De rapporteringsbestemming.
• De verbindingsparameters voor de rapportering
• Welke gebeurtenis moet worden gerapporteerd.
• Het tijdstip waarop rapporteringen worden verzonden.
• De bestemming voor up-/downloaden.
• De verbindingsparameters voor up-/downloaden.
• Downloadsessies tijdens testgesprekken.
Rapportering
Overzicht
Wanneer zich een gebeurtenis voordoet, wordt deze opgemaakt als een XSIA-, SIA- of Contact ID-
gebeurtenis, afhankelijk van de wijze waarop de GSM/GPRS-module is geprogrammeerd.
Verzending geschiedt vervolgens via TCP/IP of SMS.
• TCP/IP-rapportering kan plaatsvinden via een GPRS (PPP)-netwerk.
• SMS-rapportering kan plaatsvinden via een GSM-netwerk.
Er zijn twaalf instelbare rapporteringsbestemmingen. Bij SMS-rapportering en TCP/IP-rapportering
kunt u maximaal twee rapporteringsbestemmingen instellen, en bij SMSText kunt u maximaal acht
rapporteringsbestemmingen instellen.
Er zijn zes instelbare rapporteringscontrollers. Elke rapporteringscontroller kan worden toegewezen
aan een bestemming en een backupbestemming.
Er zijn drie rapporteringsprotocollen en aan elk hiervan is een maximum aantal bestemmingen toegewezen.
Rapporteringsprotocol Aantal bestemmingen
SMS 2
TCP/IP 2
SMSText 8
De module kan primaire, secundaire en backup-rapporteringen verzenden.
Belangrijk: De type melding die wordt doorgestuurd is afhankelijk van zowel de instellingen van de
centrale (Centrale>Communicatie>Rapportering) en de instellingen van de GSM/GPRS module