Installation Instructions

NX-10 Installateurhandleiding
169
Draadloze sirenes inleren
Voer de volgende stappen uit om een draadloze sirene aan het systeem toe te voegen:
1. Open de programmeermode op het bediendeel, navigeer met de toetsen ½¾ naar
Draadloze ontv. en druk op OK.
Opmerking: Het is raadzaam om geen apparaten in te leren vanaf het bediendeel dat tot een andere partitie
behoort dan Partitie 1.
2. Selecteer het betreffende databus ID van de module en druk op OK. U kunt
bijvoorbeeld Ontvanger nr. 32 selecteren; een op de NX-10-printplaat geïntegreerde
ontvanger.
3. Selecteer Inleren RF Mod.>Sirene/IO RF en selecteer vervolgens het nieuwe
sirenenummer (Siren/IO 1 t/m 4) en druk op OK. De centrale start de
inleesprocedure en het bericht Inleesstand wordt op het(de) bediende(e)l(en)
weergegeven.
4. Schakel de IO-module in door een accupack aan te sluiten of batterijen te plaatsen
(raadpleeg de handleiding van de sirene voor details).
5. Wacht tot het indicatielampje op de printplaat van de I/O-module gedurende 0,5
seconde knippert.
6. Schakel de sabotageschakelaar van de siren gedurende minimaal 0,5 seconde en
maximaal 5 seconden in, om het sluiten van de behuizing te simuleren, en laat de
sabotageschakelaar weer los.
7. De LED op de IO-module knippert 1 seconde lang, waarna het bediendeel één keer
piept om te bevestigen dat de sirene is geprogrammeerd.
8. De sirene is ingelezen. Plaats eventueel de batterijen voor de sirene en sluit de
behuizing van de sirene.
Elke nieuwe IO module wordt standaard ingelezen als een "universele sirene". De uitgangen worden
beide actief door het event Elke Sireneen is ingesteld voor 3 minuten. Om de module of sirene enkel
in te stellen voor inbraak- of brandalarm dient u dit te selecteren onder RF ontvanger>RF ontvanger
32>Uitgangen>I/O x uitgang y>Gebeurtenis.
Opmerking: Zie de installatiehandleiding van de sirene voor een gedetailleerde beschrijving van de stappen die zijn
vereist om een bepaalde sirene te installeren.
Opmerking: U kunt een sirene verwijderen met behulp van de menuoptie Wis Module RF.
Ontvangeropties configureren
Op de ontvanger kunnen onder andere sabotagemeldingen en communicatiefouten worden
geconfigureerd. In het volgende voorbeeld wordt RF storingsdetectie ingeschakeld voor Ontvanger
nr. 32. De RF draadloze communicatie wordt als gestoord beschouwd wanneer een stoorsignaal actief
is gedurende meer dan 30 seconden in een tijdvenster van 60 seconden.
1. Ga met de toetsen ½¾ naar Draadloze ontv.>Ontvanger nr. 32>Instellingen en
druk op OK.
2. Ga naar Jam detectie>Actief en druk op OK.
3. Het bediendeel laat één pieptoon horen ter bevestiging van de wijziging en keert
terug naar Jam detectie.