Installation Instructions
Draadloze bediendelen verwijderen
U kunt draadloze bediendelen uit het systeem verwijderen. In het volgene voorbeeld wordt het
draadloze bediendeel nr. 2 verwijderd.
1. Open de programmeermode met behulp van het andere bediendeel, navigeer met de
toetsen ½¾ naar Draadloze ontv. en druk op OK.
2. Selecteer Ontvanger nr. 32 en drukt u OK.
3. Selecteer Wis Module RF>Wis Bediendeel R. en selecteer vervolgens het
bediendeelnummer van het bediendeel dat u wilt verwijderen (Bediendeel RF 2) en
druk op OK.
4. Het bediendeel nummer 2 wordt verwijderd en alle programmeerinformatie wordt
uit het geheugen verwijderd.
Opmerking: U kunt niet het bediendeel verwijderen dat u op dit moment gebruikt (waamee u programmeert).
Opmerking: Na het verwijderen van het draadloze bediendeel, moet u er de standaardwaarden voor instellen om
eventuele bestaande instellingen te wissen. Hiertoe drukt u een paar seconden lang gelijktijdig op
F1+6+Pijl Omlaag. Het draadloze bediendeel kan alleen op de standaardwaarden worden ingesteld (om
het opstartproces te starten) indien het niet binnen het bereik van een actieve NX-10-centrale ligt. Het
pictogram voor de signaalsterkte moet een X aangeven.
IO-modules inleren
Voer de volgende stappen uit om een draadloze sirene of IO-module aan het systeem toe te
voegen:
1. Open de programmeermode op het bediendeel, navigeer met de toetsen ½¾ naar
Draadloze ontv. en druk op OK.
Opmerking: Het is raadzaam om geen apparaten in te leren vanaf het bediendeel dat tot een andere partitie
behoort dan Partitie 1.
2. Selecteer het betreffende databus ID van de module en druk op OK. U kunt
bijvoorbeeld RF-ontvanger 32 selecteren; een op de NX-10-printplaat geïntegreerde
ontvanger.
3. Selecteer Inleren RF Mod.>Sirene/IO RF en selecteer vervolgens het nieuwe
sirene/IO-modulenummer (Siren/IO 3 t/m 4) en druk op OK. De centrale start de
inleesprocedure en het bericht Inleesstand wordt op het(de) bediende(e)l(en)
weergegeven.
4. Schakel de IO-module in door een accupack aan te sluiten of batterijen te plaatsen
(raadpleeg de handleiding van het apparaat voor details).
5. Wacht tot het indicatielampje op de printplaat van de I/O-module gedurende 0,5
seconde knippert.
6. Schakel de sabotageschakelaar van de IO-module gedurende minimaal 0,5 seconde
en maximaal 5 seconden in, om het sluiten van de behuizing te simuleren, en laat de
sabotageschakelaar weer los.
7. De LED op de IO-module knippert 1 seconde lang, waarna het bediendeel één keer
piept om te bevestigen dat de module is geprogrammeerd.
8. De IO-module is ingeleerd. Sluit de behuizing van de IO-module.
Opmerking: U kunt een IO-module verwijderen met behulp van de menuoptie Wis Module RF.