Installation Instructions
NX-10 Installateurhandleiding
167
3. Selecteer Inleren RF Mod.>Bediendeel RF en selecteer vervolgens het nieuwe
bediendeelnummer (Bediendeel RF 1 t/m 4) en druk op OK. De centrale start de
inleesprocedure en het bericht Inleesstand wordt weergegeven.
1. Plaats de batterijen in het draadloze bediendeel. Hiermee wordt het
initialisatieproces van het bediendeel gestart.
Opmerking: Indien het draadloze bediendeel niet nieuw is (omdat het bijvoorbeeld op een ander systeem is gebruikt),
moet het eerst opnieuw worden geprogrammeerd (flashed) om eerdere instellingen van het bediendeel
te wissen. De inleesmode wordt anders niet geïnitialiseerd (zie Hoofdstuk B11 Firmware bijwerken op
pagina
248).
2. Selecteer op het nieuwe bediendeel een taal in de lijst met de toetsen ½¾ en druk
op OK.
3. Selecteer de standaardinstellingen in de lijst Landencode met de toetsen ½¾ en
druk op OK.
4. Typ bij de prompt Partitie het partitienummer en druk op OK.
5. Typ bij de prompt Bediendeelnummer het bediendeelnummer en druk op OK.
6. Bij de prompt SysID-KID1-KID2 moeten 3 waarden worden ingevoerd:
• SysID: deze waarde is de Systeem ID of een getal van 3 cijfers dat uniek is voor deze
centrale.
• KID1: deze waarde is de Bediendeel ID 1 en bestaat uit de eerste 3 cijfers van de
code die uniek is voor dit draadloze bediendeel.
• KID2: deze waarde is de Bediendeel ID 2 en bestaat uit de laatste 3 cijfers van de
code die uniek is voor dit draadloze bediendeel. Elk van deze drie waarden moet
tussen 001 en 255 liggen. Indien een opgegeven waarde onjuist is, wordt opnieuw de
lege prompt SysID-KID1-KID2 weergegeven op het bediendeel. De combinatie van
unieke ID's voor centrale en draadloze bediendeel is vereist voor het communiceren
van een draadloos bediendeel met alleen de centrale. Indien meerdere draadloze
bediendelen worden gebruikt op dezelfde centrale, moet elk draadloze bediendeel
over verschillende waarden voor KID1 en KID2 beschikken.
7. Voer bij de prompt EncKey een codeersleutel van 24 cijfers in en druk op OK. Met
deze codeersleutel wordt de draadloze communicatie tussen de centrale en
draadloze bediendeel of bediendelen beveiligd. De codeersleutel is uniek voor elke
centrale. Er kan een willekeurige waarde van 24 cijfers worden ingevoerd. Dezelfde
codeersleutel moet worden ingevoerd voor het geval er opeenvolgende draadloze
bediendelen zijn aangemeld.
8. Het bediendeel communiceert met de centrale en verzendt de data die bij stap 5 t/m
10 zijn ingevoerd. Het bericht Inleesmode wordt kort weergegeven.
9. Het bediendeel wordt ingelezen en het bericht Bezig met programmeren wordt
weergegeven. Als u dit bericht wilt wissen, moet u de programmeermode afsluiten
vanaf het eerste bediendeel.
Belangrijk: Progammeer niet enkel nullen (bijvoorbeeld, "000") als waarde voor SysID, KID1, KID2 noch voor de
Encryption Key. Dit maakt het bediendeel onbruikbaar.
Opmerking: Indien de RF bediendeelinstellingen reeds opgeslagen in de RF ontvanger, verschillen van de huidige
bediendeelconfiguratie, dan zal de RF ontvanger het kopieerproces starten. Tijdens het kopieerproces wordt
de melding "Kopiëren bezig..." weergegeven. Omwille van de intensieve RF communicatie die zich op dat
moment voordoet, wacht u om de RF bediendelen verder te gebruiken totdat het kopieerproces is beëindigd.