Installation Instructions
NX-10 Installateurhandleiding
149
zones te verwijderen, voert u het nummer opnieuw in. Als u het systeem gedeeltelijk wilt inschakelen
met de geselecteerde geblokkeerde zones, voert u de gebruikerscode in. Door het systeem uit te
schakelen, worden de ingestelde geblokkeerde zones gewist.
Blokkeer groep
Automatisch alle zones blokkeren met de kenmerkset Blokkeer groep (bijvoorbeeld, zonetype
Int.Volgzone (Groepsblokkering)). Dit is een sneltoets voor de menuoptie Gebruikersmenu>Blokkeer
groep. Druk nogmaals op de knop om de functie Blokkeer groep te annuleren. Als u het systeem
gedeeltelijk wilt inschakelen met de geselecteerde geblokkeerde zones, voert u de gebruikerscode
in. Door het systeem uit te schakelen, worden de ingestelde geblokkeerde zones gewist.
X-10 Modules
Staat toe dat de X-10 Modules die zijn aangesloten op het systeem worden in- of
uitgeschakeld. Dit is een sneltoets voor de menuoptie Gebruikersmenu>X10 Modules.
Alarm memo
Geeft de lijst Alarm memo weer. Dit is een sneltoets voor de menuoptie
Gebruikersmenu>Alarm memo.
Storingmelding
Voert een storingmelding uit. Dit is een sneltoets voor de menuoptie
Gebruikersmenu>Storingmelding.
Herstel brand Herstelt alle detectoren. Dit is een sneltoets voor de menuoptie Gebruikersmenu>Herstel brand.
Beantwoord U/D
Beantwoordt een up/download oproep. Dit is een sneltoets voor de menuoptie
Gebruikersmenu>Beantwoord U/D.
Start U/D
Start een up/download oproep. Dit is een sneltoets voor de menuoptie
Gebruikersmenu>Start U/D.
Geen vertrektoon
Voorkomt dat de vertrektijdzoemer wordt geactiveed wanneer het systeem wordt
ingeschakeld of gedurende de herstart vertrektijd. Dit is een sneltoets voor de menuoptie
Gebruikersmenu>Geen vertrektoon. Deze optie verdubbelt de vertrektijdvertraging (indien
deze bijvoorbeeld is ingesteld op 30, wordt dit gewijzigd in 60 seconden).
Deurbel
Schakelt de mode Deurbel in of uit (er wordt een deurbelpictogram weergegeven om de
geseleteerde mode aan te duiden) voor de zones van het type Deurbel. Een deurbel wordt
vaak gebruikt om een winkeldeur aan te duiden. Bij het inschakelen van de bel klinkt een
pieptoon, maar bij het uitschakelen niet.
Paniek
Start het paniekalarm, wat kan worden geannuleerd door het invoeren van de gebruikerscode.
Afhankelijk van de partitie-instelling, kan het paniekalarm stil of luid zijn (zie de beschrijvingen in de
woordenlijst van de menuopties Paniektoetsen, Stil Paniek, Luid Paniek, Luidsprekervergrendeling).
Het alarm wordt gerapporteerd en opgenomen in het gebeurtenislogboek.
Opmerking: Indien een Paniektoets ingedrukt wordt en de optie Dit bediendeel>Opties>Biep bij
Paniek staat uit, dan blijft de toetaanslag "stil".
Medisch
Start het medisch alarm, wat kan worden geannuleerd door het invoeren van de
gebruikerscode. Het alarm wordt gerapporteerd en opgenomen in het gebeurtenislogboek.
De functie werkt alleen als de menuoptie Medical (Aux2) is ingesteld voor de partitie.
Afhankelijk van de instelling voor de menuoptie Paniektoetsen kan dit alarm stil of luid zijn.
Brandalarm
Start het brandalarm, wat altijd luid is. Het alarm wordt gerapporteerd en opgenomen in het
gebeurtenislogboek. De functie werkt alleen als de menuoptie Brand (Aux1) is ingesteld voor
de partitie.
Telefoonnummer
De gebruiker kan maximaal drie telefoonnummers invoeren waarnaar gebeurtenissen worden
gerapporteerd door de centrale. Dit is een sneltoets voor de menuoptie Gebruikersmenu>
Telefoonnummers. De functie werkt alleen als de menuoptie Tel.nr wijzigen door gebr.? is
ingesteld en het spraakprotocol is ingesteld voor rapportering. Spraakprotocollen melden
gewoonlijk aan een mobiele telefoon van de eigenaar in plaats van aan de doormeldnummers.
De prompt Telnr. wordt weergegeven. Type het telefoon ID (1 t/m 3) en druk op OK. De
prompt Telnr. Invoeren wordt weergegeven. Typ het telefoonnummer op de manier waarop
het moet worden gekozen door de communicatiemodule (inclusief alle benodigde
voorkiesnummers) en druk op OK.
NACHT mode Schakelt het systeem in de NACHT mode.
Opmerking: Deze sneltoets werkt alleen als de optie Snel-inschakelen is ingesteld. Voor een
juiste werking van deze mode, moeten aankomstbewakingszones zijn ingesteld. De werking
is anders in de Multipartitie stand en in de 1 Partitie-weergave. Raadpleeg voor meer
informatie over het gedrag van deze knop de beschrijving in de woordenlijst van de
menuopties Hoofdbediendeel en Snel-inschakelen.
Annuleren
Door op de knop Annuleren te drukken worden geen rapporteringen meer verstuurd naar
de doormeldnummers.