Installation Instructions

partitie. Segment 1 correspondeert met zone 33 en segment 8 correspondeert met zone 40.
Segment 1-8
1 = Partitie 1
2 = Partitie 2
3 = Partitie 3
4 = Partitie 4
ADRES 35 - ZONES 41-48 CONFIGURATIEGROEP (8 segmenten numerieke data)
Adres 35 bevat de configuratiegroep (zonetype) voor zones 41-48. Segment 1 is voor zone 41 en
segment 8 is voor zone 48. De standaardconfiguraties vindt u in de bovenstaande tabel.
ADRES 36 - PARTITIESELECTIE, ZONES 41-48 (8 segmenten, functieselectiedata)
Adres 36 wordt gebruikt om de partitie of partities te selecteren waarin zones 41-48 zich bevinden.
Een zone kan in een willekeurige combinatie van de 4 partities worden ondergebracht. Indien een
inbraakzone zich in meer dan 1 partitie bevindt, wordt de zone alleen geactiveerd wanneer alle
partities zijn ingeschakeld. Een zone die zich in meer dan 1 partitie bevindt, wordt gerapporteerd naar
de laagste partitie. Adres 36 heeft 8 segmenten. Segment 1 correspondeert met zone 41 en segment 8
correspondeert met zone 48.
Segment 1-8
1 = Partitie 1
2 = Partitie 2
3 = Partitie 3
4 = Partitie 4
Algemene opties
ADRES 37 - SIRENE- EN SYSTEEMSUPERVISIE (7 segmenten, functieselectiedata)
Adres 37 wordt gebruikt om verschillende systeemfuncties en rapporteringsopties in te schakelen. Let
op dat aangezien de I/O-module in de draadloze sirene fungeert als een uitgangmodule, is het gedrag
van de draadloze sirene soms anders dan het gedrag van de BEL-uitgang.
Segment 1
1 = Aan: indien de sirene afgaat voor “Telefoonlijnfout” bij inschakeling
2 = Aan: indien de sirene afgaat voor “Telefoonlijnfout” bij uitschakeling
3 = Aan: indien sirene*puls bij inschakeling
4 = Aan: indien sirene*puls na vertrekttijd
5 = Aan: indien sirene*puls bij sluiten kiss-off
6 = Aan: indien de sirene afgaat gedurende de verificatietijd van een
“Combinatiezone”
7 = Aan: indien de sirene afgaat voor een zone sabotage of sabo behuizing
8 = Aan: indien sirene*puls 1 keer voor sleutelschakelaar of draadloos
inschakelen; 2 keer voor uitschakelen
* BEL-uitgang alleen voor NX-10
Segment 2
1 = Aan: indien sirenedriver een spanningsuitgang moet zijn. Uit: indien
ingebouwde sirenedriver is ingeschakeld
2 = Aan: indien sirenes* afgaan voor modulestoring
3 = Aan: om zones direct te herstellen. Uit: om zones alleen te herstellen wanneer
de sirene uit is of uitgeschakeld
4 = Aan: indien dynamische accutest wordt uitgevoerd bij inschakeling. Uit: indien