Installation Instructions
Zoneconfiguraties en partitie selecteren
STANDAARD ZONECONFIGURATIES
Zones kunnen worden geprogrammeerd als een van dertig verschillende zoneconfiguraties
(zonetypes). De standaard zoneconfiguraties worden hieronder vermeld. Met programmeeradressen
110-169 kunnen alle zoneconfiguraties worden aangepast.
DATA BESCHRIJVING VAN STANDAARDCONFIGURATIE
1
DAG/NACHT ZONE
Gereed wanneer het systeem in ingeschakeld; zonestoring wanneer het systeem is uitgeschakeld. Een
dag/nacht zone werkt alleen indien deze is geprogrammeerd voor enkelvoudige eindelusweerstand.
2
PANIEK ZONE
Geeft een onmiddelijke 2-tonige sirene, ongeacht de inschakeltoestand van de centrale. Dit zonetype
kan niet worden geannuleerd. Deze zone kan wel worden geblokkeerd.
3
AANKOMST/VERTREKTIJDVERTRAGING 1
Bij een activering wordt aankomst Vertraagd gestart. Als er geen activering is gedurende de
vertrekttijdvertraging, wordt de mode Auto blokkeren of Directe zone geactiveerd, indien dat zo is
geprogrammeerd.
4
VOLGZONE (MET AUTO BLOKKEREN UITGESCHAKELD)
Deze zone is gereed wanneer het systeem is ingeschakeld en er geen enkele aankomst- of
vertrektijdvertraging loopt. De zone wordt vertraagd tussen de aankomst- en vertrektijden. Deze zone
wordt niet automatisch geblokkeerd, zelfs indien dit is ingeschakeld in segment 1 van adres 23.
5
VOLGZONE (MET AUTO BLOKKEREN INGESCHAKELD)
De zone is gereed wanneer het systeem is ingeschakeld en er geen aankomst- of vertrektijdvertraging
loopt. De zone wordt vertraagd tussen de aankomst- en vertrektijden. Deze zone wordt automatisch
geblokkeerd, indien dit is ingeschakeld in segment 1 van adres 23.
6
DIRECT
Deze zone zorgt voor een direct alarm bij een activering en een ingeschakeld systeem.
7
STIL OVERVALZ.
Geeft een direct stil alarm, ongeacht de inschakeltoestand van de centrale. Wordt niet weergegeven op
het bediendeel. Deze zone kan niet worden uitgeschakeld maar wel worden geblokkeerd.
8
BRAND
Geeft een brandzone aan. Deze zone kan niet worden geblokkeerd. Het Brand-symbool knippert snel op
het bediendeel en er gaat een ononderbroken sirene af telkens als de zone wordt geactiveerd. De
gebruiker moet een gebruikerscode invoeren om het brandalarm te bevestigen. Nadat het alarm is
geannuleerd, wordt het Brand-symbool nog steeds weergegeven op het bediendeel totdat een
gebruiker de menuoptie Herstel brand selecteert in het Gebruikers menu.
9
AANKOMST/VERTREKTIJDVERTRAGING 2
Bij een activering wordt aankomsttijdvertraging 2 gestart. Als er geen activering is gedurende de
vertrektijdvertraging, wordt de mode Auto blokkeren of Directe zone geactiveerd, indien dat zo is
geprogrammeerd.
10
SABOTAGE ZONE
Geeft een direct hoorbaar alarm, ongeacht de inschakeltoestand van de centrale. Wordt weergegeven
op het bediendeel. Deze zone kan niet worden uitgeschakeld en niet worden geblokkeerd.
11
PULS SLEUTELSCHAKELAAR
Met dit zonetype wordt de partitie of worden de partities van de centrale waarop het aanwezig is
ingeschakeld en uitgeschakeld, telkens wanneer de zone wordt geactiveerd. Inschakeling van
sleutelschakelaar wordt gerapporteerd als gebruiker 99 in het logboek. Dit zonetype kan alleen toebehoren
aan één partitie.
12
VOLGZONE MET “COMIBINATIEZONE” INGESCHAKELD
De zone is gereed wanneer het systeem is ingeschakeld en er geen aankomst- of vertrektijdvertraging
loopt. De zone wordt vertraagd tussen de aankomst- en vertrektijden. Indien een “Volgzone” niet wordt
getimed, wordt een “Volgzone”-timer gestart. Indien een “Volgzone” wel wordt getimed, wordt een
onmiddelijk alarm geactiveerd. Deze zone wordt automatisch geblokkeerd, indien dit is ingeschakeld in
segment 1 van adres 23.
13
DIRECT AANKOMSTBEWAKING
Deze zone zorgt voor een onmiddelijk alarm bij een activering en een getimede zone. Een
aankomsttijdvertraging 2 wordt gestart bij activering, vooropgesteld dat het systeem is ingeschakeld