Installation Instructions

CS875-575-375-275-175 Installeurshandleiding met CS5500-bediendeel B.2.20
2.2.1.1.5 Attributen Een menu-optie waarin de programmeerbare attributen van de geselecteerde
uitgang zijn gegroepeerd.
2.2.1.1.5.1 Continu Een menu-optie die ervoor zorgt dat een uitgang geactiveerd blijft tot op het
bediendeel een code wordt ingevoerd.
2.2.1.1.5.2 Stop tijdsturing met code Een menu-optie die toestaat de tijdsturing die kan worden gebruikt bij
programmeerbare uitgangen te resetten door een geldige gebruikerscode in te
voeren.
2.2.1.1.5.3 Actief tijdens sluiting Een menu-optie die een uitgang activeert na de sluitingstijd en vóór de
openingstijd. Tijdens deze periodes kunnen codes worden gebruikt om het
systeem in / uit te schakelen. Deze tijden worden ingesteld in tijdschema’s.
2.2.1.1.5.4 Actief tijdens opening Een menu-optie die een uitgang activeert tussen de openingstijd en de
sluitingstijd.
2.2.1.1.5.5 Inverteren Een menu-optie die de status van een uitgang omkeert (normaal geactiveerd
en dan gedeactiveerd wanneer een gebeurtenis plaatsvindt).
2.2.2 Interne sirene Een menu-optie waarin opties zijn gegroepeerd die de voorwaarden/
gebeurtenissen instellen om de interne sirene te activeren. Dit is een sirene
die afgaat binnen in het gebouw.
2.2.2.1 Sirene activatie Een menu-optie waarin de gebeurtenissen zijn gegroepeerd die de interne
sirene activeren.
2.2.2.1.1 Telefoonlijnfout Een menu-optie waarin opties zijn gegroepeerd die de interne sirene activeren
wanneer een telefoonlijnfout optreedt.
2.2.2.1.1.1 Ingeschakeld systeem Een menu-optie die de interne sirene activeert wanneer een telefoonlijnfout
optreedt bij een ingeschakeld systeem
2.2.2.1.1.2 Uitgeschakeld systeem Een menu-optie die de interne sirene activeert wanneer een telefoonlijnfout
optreedt bij een uitgeschakeld systeem
2.2.2.1.2 Sabotage Een menu-optie die de interne sirene activeert wanneer een sabotage
optreedt
2.2.2.1.3 Module storing Een menu-optie die de interne sirene activeert bij een uitbreidingmodule
storing
2.2.2.2 Korte sirene activatie (puls) Een menu-optie waarin interne sirene opties zijn gegroepeerd. Elke optie
specificeert een gebeurtenis waarop de interne sirene kortstondig wordt
geactiveerd. Deze opties zijn: Inschakeling, Einde uitlooptijd, Kiss-off na
inschakeling en In/uit sleutelschakelaar/afstandsbediening.
2.2.2.2.1 Inschakelen Een menu-optie die ervoor zorgt dat de interne zoemer afgaat wanneer het
systeem wordt ingeschakeld
2.2.2.2.2 Einde uitlooptijd Een menu-optie die ervoor zorgt dat de interne sirene een pulsgeluid geeft na
het verstrijken van de uitlooptijd.
2.2.2.2.3 Kiss-off na inschakeling Een menu-optie die ervoor zorgt dat de interne sirene wordt geactiveerd
wanneer de rapportagebestemming een inschakelmelding ontvangt.
2.2.2.2.4 In/Uit sleutelschak/afstandsbed. Een menu-optie die ervoor zorgt dat de interne sirene een korte puls geeft
wanneer het systeem wordt ingeschakeld met een sleutelschakelaar of in- en
uitgeschakeld met een sleutelschakelaar. Eén geluidssignaal voor
inschakeling en twee geluidsignalen voor uitschakeling.
Locatie Term Definitie