Installation Instructions

CS875-575-375-275-175 Installeurshandleiding met CS5500-bediendeel B.2.18
2.1.3.1.3.2 Zone reactietijd Een zone-eigenschap van geïntegreerde zones van de centrale, dat de
reactiesnelheid bepaalt: Deze kan 500 ms of 50 ms bedragen.
2.1.3.1.3.3 Dubbelpuls Een eigenschap van een zonetype dat alleen een alarm veroorzaakt als de
zone binnen een bepaalde tijd tweemaal wordt geactiveerd. Dit is bedoeld om
vals alarm op PIR’s te voorkomen.
2.1.3.1.3.4 Swinger shutdown Een zone-eigenschap dat het mogelijk maakt dat de geselecteerde zone
automatisch wordt overbrugd na een bepaald aantal alarmen
Een optie uit het menu Ingangen die de swinger shutdown teller bevat
2.1.3.1.3.5 Overbruggen mogelijk Een zone-eigenschap dat toestaat dat de zone kan worden overbrugd.
2.1.3.1.3.6 Geforceerd in Een zone-eigenschap dat toestaat dat de zone geforceerd wordt
ingeschakeld.
2.1.3.1.3.7 Groep overbruggen Een eigenschap van een zonetype waarmee de gebruiker in één keer
meerdere zones kan overbruggen.
2.1.3.1.3.8 Zone inactiviteit bewaking Een zone-eigenschap die een rapport naar de rapportagebestemming
verstuurt wanneer de zone binnen een bepaalde tijdsduur niet van conditie
(een keer geactiveerd) is veranderd
2.1.3.1.3.9 Puls sleutelschakelaar Een zone-eigenschap die de mogelijkheid biedt een zone-ingang te gebruiken
met een pulssleutelschakelaar. Elke activering van de sleutelschakelaar
wisselt de ingeschakelde / uitgeschakelde toestand van de centrale.
2.1.3.1.3.10 Niet zichtbaar op bediendeel Een zonetype-eigenschap die de zonestatus niet zichtbaar maakt wanneer er
ingeschakeld is.
2.1.3.1.4 Signalering Een menu-optie waarin de alarmgevereigenschappen zijn gegroepeerd voor
een bepaald zonetype. Deze eigenschappen bepalen de tonen die de sirenes
en bediendelen produceren wanneer de geselecteerde zone wordt
geactiveerd.
2.1.3.1.4.1 2-Tonige sirene Een menu-optie die een 2-tonige sirene in werking stelt wanneer een
inbraakalarm wordt geactiveerd.
2.1.3.1.4.2 1-Tonige sirene Een menu-optie die bepaalt of een zonetype een brand- of een inbraaksirene
activeert.
2.1.3.1.4.3 Bediendeel zoemer Een menu-optie die de bediendeelzoemer activeert wanneer een alarm
optreedt.
2.1.3.1.4.4 Deurbel Een menu-optie die bepaalt of een zonetype een bel activeert.
Een deurbel is meestal een enkelvoudig signaal en wordt vaak gebruikt als
indicator op een winkeldeur. Optie kan worden ingesteld in het zonetype. Bij
het inschakelen van de bel klinkt een pieptoon, maar bij het uitschakelen niet.
2.1.3.1.5 Rapportage Een menu-optie waarin rapporteringsopties zijn gegroepeerd voor het
geselecteerde zonetype
2.1.3.1.5.1 Lokaal Een zone-eigenschap die ervoor zorgt dat de betreffende zone geen
alarmmeldingen aan de rapportagebestemming doormeldt. Lokaal worden de
sirenes geactiveerd op basis van de andere kenmerken van het zonetype.
2.1.3.1.5.2 Herstelmelding Een menu-optie die ervoor zorgt dat herstelgebeurtenissen aan de
rapportagebestemming worden gerapporteerd.
2.1.3.1.5.3 Kiezervertraging Een menu-optie die bepaalt dat een zonetype met deze zone-eigenschap
actief vertraagd wordt doorgemeld afhankelijk van de in de
kiezervertragingstijd menu-optie ingestelde tijd. Als het systeem tijdens deze
wachttijd wordt uitgeschakeld, wordt het annuleerbare alarm niet naar de
rapportagebestemming verstuurd. De vertraging kan worden ingesteld van 0-
255 seconden. De waarde 0 betekent dat er geen vertraging is ingesteld.
Locatie Term Definitie