Installation Instructions
CS875-575-375-275-175 Installeurshandleiding met CS5500-bediendeel B.2.16
2.10 Woordenlijst
Locatie Term Definitie
2Centrale Hier worden alle opties gegroepeerd die verband houden met de centrale
verwerkingseenheid van het alarmsysteem. Het centrale punt van een
alarmsysteem dat de signalen van de melders ontvangt, deze controleert en
verwerkt en de kan alarmgevers aansturen
2.1 Ingangen Een menu-optie waarin opties zijn gegroepeerd betreffende alle zones
2.1.1 Zones Een menu-optie die zone opties bevat.
2.1.1.1.1 Zonetype Een menu-optie die het zonetype van een bepaalde zone bepaalt.
2.1.1.1.2 Zonenaam Een menu-optie die de installateur in staat stelt om voor elke geïnstalleerde
zone een naam te definiëren. Zo kan Zone 1 bijvoorbeeld Woonkamer PIR
worden genoemd
2.1.1.1.3 Gebieden Een menu-optie die alle gebieden laat zien die aan de geselecteerde zone
zijn toegewezen De geselecteerde zone kan een gebeurtenis voor deze
gebieden activeren.
Een zone kan in een willekeurige combinatie van gebieden worden
toegewezen. Een zone die in meer dan één gebied wordt ondergebracht,
wordt een gemeenschappelijke zone en wordt gerapporteerd aan haar laagste
gebiedsnummer. Een gemeenschappelijke zone wordt alleen ingeschakeld
wanneer alle gebieden waartoe ze behoort, zijn ingeschakeld. Ze wordt
uitgeschakeld zodra één van de gebieden waartoe ze behoort, wordt
uitgeschakeld.
2.1.1.1.4 Kopieer zone Een menu-optie die de instellingen voor een bepaalde zone kopieert naar een
aaneengesloten reeks andere zones.
2.1.2 Swinger shutdown Een zone-eigenschap dat het mogelijk maakt dat de geselecteerde zone
automatisch wordt overbrugd na een bepaald aantal alarmen
Een optie uit het menu Ingangen die de swinger shutdown teller bevat
2.1.3 Zonetype configuratie Een menu-optie die de eigenschappen van de zonetypes bevat en de
installateur in staat stelt om een vooraf gedefinieerd zonetype te selecteren. Er
bestaan 20 vooraf gedefinieerde zonetypes. De eigenschappen van elke zone
kunnen worden veranderd. Bijvoorbeeld of een bediendeel zoemer
geactiveerd word, of de zone een In/uitloop 1 of In/uitloop 2 zone is, een 24-
uur zone, enzovoort
2.1.3.1.1 Zonetype Een menu-optie waarin opties zijn gegroepeerd die de eigenschappen van het
geselecteerde zonetype bepalen.
2.1.3.1.1.1 Brand Een zonetype dat een brandalarm genereert wanneer deze wordt geactiveerd.
2.1.3.1.1.2 24 Uur Zonetype waarbij de reactie niet afhankelijk is van de toestand (in-/
uitgeschakeld) van het systeem. Dit zonetype is permanent actief, 24 uur per
dag, tenzij overbrugd door een geforceerde inschakeling. Een voorbeeld van
een 24-uur zone is een brand-, overval- of glasbreukzone.
2.1.3.1.1.3 Sleutelschakelaar Een zonetype dat kan worden gebruikt om een gebied in of uit te schakelen
met een schakelaar die is aangesloten op een zone in plaats van op een code.
Zowel puls als continu sleutelschakelaars kunnen worden gebruikt.
2.1.3.1.1.4 Toegangszone Een zonetype dat als een normale inbraakzone werkt, behalve tijdens de in-
en uitlooptijden, wanneer deze wordt onderdrukt. De inlooptijd wordt gestart
wanneer een In/Uitloopzone wordt geopend. De zone is gereed wanneer het
systeem is ingeschakeld en geen enkele in- of uitlooptijd loopt.