Installation Instructions
CS875-575-375-275-175 Installeurshandleiding met CS5500-bediendeel B.2.10
9. Het bediendeel laat één pieptoon horen ter bevestiging van de wijziging en keert terug naar Verstreken tijd.
2.5.4 Melden inschakelen
U moet de melding van gebeurtenissen op de centrale inschakelen en de gebeurtenissen en zonetypen waarvoor
de meldingen worden verzonden programmeren. U moet de indeling van het rapport instellen en, in het geval
van spraakrapportage, elke gebeurtenis koppelen aan een opgenomen bericht. Daarbij kunt u een bericht ook aan
meerdere gebeurtenissen toewijzen. In het volgende voorbeeld wordt spraakrapportage naar telefoonnummer 2
geactiveerd voor een telefoonlijnfout en wordt een gesproken boodschap toegewezen aan deze gebeurtenis.
1. Ga met de toetsen µ¶ naar Centrale>Communicatie>Rapportagebestemming en druk op OK.
2. Ga naar Telefoonnummers>Telefoonnummer 2>Protocol>Spraak en druk op OK.
3. Het bediendeel laat één pieptoon horen ter bevestiging van de wijziging en keert terug naar Protocol.
4. Ga met de toetsen µ¶ naar Rapportage>Rapportage codes>Communicatie en druk op OK.
5. Ga naar Telefoonlijnfout>Spraak berichtnummer en druk op OK.
6. Blader naar het getal in het bericht dat u aan de gebeurtenis wilt toewijzen en druk op OK.
7. Het bediendeel laat één pieptoon horen ter bevestiging van de wijziging en keert terug naar Spraak
berichtnummer.
2.6 Gebieden configureren
Een gebied is een groep zones die als één geheel werken en onafhankelijk van andere gebieden in het systeem
kunnen worden in- en uitgeschakeld. Gebieden worden ook wel partities genoemd. De centrale kan worden
ingedeeld in afzonderlijke gebieden met aparte zones, bediendeel- en gebruikerscodes voor elk gebied. Voor elk
gebied kunnen inschakel- en overbruggingsopties worden ingesteld. Voor het programmeren van
gebiedsinstellingen selecteert u Installateursmenu>Centrale>Gebiedsinstellingen.
2.6.1 Timers instellen
U kunt instellen binnen hoeveel tijd een gebruiker het systeem moet uitschakelen of inschakelen alvorens een
volledig alarm wordt gerapporteerd. In het volgende voorbeeld wordt de tijd waarbinnen de gebruiker de
bewaakte zone moet verlaten na het inschakelen van het systeem ingesteld op 12 seconden. Tevens wordt de tijd
waarbinnen de gebruiker het systeem moet uitschakelen ingesteld op 10 seconden.
1. Ga met de toetsen µ¶ naar Centrale>Gebiedsinstellingen>Timers >Inloop 1 en druk op OK.
Inlooptijd 1
Uitloopti
j
d 1
Inlooptijd 2
Uitloopti
j
d 2
Inschakelen Snel-inschakelin
g
Re-exit
Stille automatische inschakeling
Altijd stil uit
Inschakelen met zoneverlies
Overige
Paniek (7+9) stil overval
Paniek (7+9) luid overval
Paniek (1+3) brand
Paniek (4+6) medisch
Codesabotage
OK-LED uitschakelen
Overbruggen Automatisch overbruggen
Code vereist voor overbruggen
Bediendeel zoemer
Gebruik overbruggingstoets
Bediendeel zoemer net/accufout
Sabotage bij zoneverlies
Tijden
Opties
2.5.1
2.5.2
2.5.1.1
2.5.1.2
2.5.1.3
2.5.1.4
2.5.2.1
2.5.2.2
2.5.2.3
2.5.2.4
2.5.2.1.1
2.5.2.1.2
2.5.2.1.3
2.5.2.1.4
2.5.2.1.5
2.5.2.2.1
2.5.2.2.2
2.5.2.2.3
2.5.2.2.4
2.5.2.2.5
2.5.2.2.6
2.5.2.3.1
2.5.2.3.2
2.5.2.3.3
2.5.2.3.4
2.5.2.4.1
2.5.2.4.2
Bediendelen