Installation Instructions

CS875-575-375-275-175 Installeurshandleiding met CS5500-bediendeel B.10.5
10.4 Woordenlijst
Locatie Term Definitie
10 CS320 Voedingsmodule
Een extra voedingsmodule voor het geval dat het systeem meer
randapparaten aanstuurt dan de voeding van de centrale kan voeden.
10.1 84 Voedingsmodule
Een menu-optie waarin rapporteringsopties zijn gegroepeerd voor de
geselecteerde voedingsmodule.
10.1.1 Uitgangen
Een menu-optie waarin opties zijn gegroepeerd die betrekking hebben op alle
programmeerbare uitgangen.
Er zijn twee soorten uitgangen; relais en open collector. De centrale bevat
maximaal vier programmeerbare uitgangen. De CS320 voedingsmodule biedt
extra uitgangen.
10.1.1.1.1 Gebeurtenis
Een willekeurig voorval, zoals systeeminschakelingen, storingen en
alarmmeldingen.
Een menu-optie die specificeert welke gebeurtenis een uitgang activeert.
10.1.1.1.1.1 Alarm
Een menu-optie die alle alarmgebeurtenissen groepeert die kunnen worden
geselecteerd om een uitgang te sturen
10.1.1.1.1.2 In/Uitschakelen
Een menu-optie die de gebeurtenissen groepeert waarmee uitgangen kunnen
worden verstuurd.
10.1.1.1.1.3 Communicatie
Een menu-optie waarin alle communicatiegebeurtenissen zijn gegroepeerd die
kunnen worden geselecteerd om een uitgang te sturen
10.1.1.1.1.4 Bediendelen
Een menu-optie die de bediendeelgebeurtenissen groepeert die een uitgang
activeren.
10.1.1.1.1.5 Sirene
Een menu-optie die alle sirenegebeurtenissen groepeert die kunnen worden
geselecteerd om een uitgang te sturen
10.1.1.1.1.6 Sabotage en storing
Een menu-optie die alle sabotage- en storingsgebeurtenissen groepeert die
kunnen worden geselecteerd om een uitgang te sturen
10.1.1.1.1.7 Test
Een menu-optie die instellingen bevat betreffende verschillende tests. Het
betreft hier bijvoorbeeld automatische testmelding, actieve accutest,
enzovoort.
10.1.1.1.2 Tijdseenheid
Een menu-optie die specificeert of de uitgangen in minuten of seconden
worden gestuurd.
10.1.1.1.3 Tijd
Een menu-optie die instelt hoe lang een uitgang wordt geactiveerd. Als deze
waarde op 0 wordt ingesteld, volgt de uitgang de gebeurtenis.
10.1.1.1.4 Gebieden
Een menu-optie die alle gebieden opsomt die aan de geselecteerde uitgang
zijn toegewezen. De geselecteerde uitgang kan worden geactiveerd door een
gebeurtenis op deze gebieden.
10.1.1.1.5 Attributen
Een menu-optie waarin de programmeerbare attributen van de geselecteerde
uitgang zijn gegroepeerd.
10.1.1.1.5.1 Continu
Een menu-optie die ervoor zorgt dat een uitgang geactiveerd blijft tot op het
bediendeel een code wordt ingevoerd.
10.1.1.1.5.2 Stop tijdsturing met code
Een menu-optie die toestaat de tijdsturing die kan worden gebruikt bij
programmeerbare uitgangen te resetten door een geldige gebruikerscode in te
voeren.
10.1.1.1.5.3 Inverteren
Een menu-optie die de status van een uitgang omkeert (normaal geactiveerd
en dan gedeactiveerd wanneer een gebeurtenis plaatsvindt).