Installation Instructions

CS875-575-375-275-175 Installeurshandleiding met CS5500-bediendeel B.6.3
6.2.3 De CS208 / CS216 ingangenuitbreiding bedraden
Meer informatie over het bedraden van de CS208 / CS216 ingangenuitbreiding vindt u in Tabel 6-2:
Aansluitingen CS208 / CS216 ingangenuitbreiding. Ongebruikte ingangen moeten worden afgesloten met een
EOL-weerstand, tenzij alle 8 ingangen zijn uitgeschakeld met DIP-schakelaar 6 (alleen CS216). De CS208 /
CS216 ingangenuitbreidingen zijn in grote lijnen gelijk aan de CS507 uitgangenuitbreiding. Een witte connector
J9 kan worden gebruikt om het CSx75 paneel aan te sluiten in een behuizing in de centrale.
Tabel 6-2: Aansluitingen CS208 / CS216 ingangenuitbreiding
Aansluiting Beschrijving
Connector aan de linkerkant 3
DATA Aansluiten op de KP DATA-aansluiting van de CSx75.
Overigen Aansluiten op de KP DATA-aansluiting van de CSx75. Stroomverbruik bedraagt 30 mA.
COM (-) Aansluiten op de KP COM-aansluiting van de CSx75.
V-uit Hiermee kunt u de uitbreidingen rechtstreeks laten voeden vanaf de CS208 / CS 216. De
voeding komt van CSx75 en het opgenomen vermogen van de modules moet worden
opgeteld bij het totale vermogen van de CS208 / CS216. De op een COM-aansluiting
aangesloten uitgangsstroom is beperkt tot 100 mA.
TAM Indien niet in gebruik, aansluitingen doorverbinden met COM-aansluiting.
Onderste connector 1
Z9 Verbinden met één kant van de lus van ingang 9. Verbind de andere kant met de COM-
aansluiting. Open of kortgesloten veroorzaakt alarm.
COM Normale (-) aansluiting voor zones 9 en 10.
Z10 Verbinden met één kant van de lus van ingang 10. Verbind de andere kant met de COM-
aansluiting. Open of kortgesloten veroorzaakt alarm.
Z11-Z24 Verbinden zoals beschreven voor Z9 en Z10.
Extra bediendeelconnector 4 (van boven naar beneden)
1DATA
2COM
3 Niet in gebruik
4AUX+