Operation Manual

1X-F-serie Bedieningshandleiding 7
Item Bedienelement/Indic
atie-LED
Kleur van
indicatie-
LED
Beschrijving
14 Knop Stop zoemer en
indicatie-LED
Geel Stopt de interne zoemer en bevestigt alle huidige
gebeurtenissen.
Als de indicatie-LED continu brandt, geeft dit aan da
t
alle huidige gebeurtenissen bevestigd zijn.
15 Knop Signaalgevers
aan/stop en
indicatie-LED
Rood Schakelt (stopt) het geluid van alle signaalgevers uit.
Als u op de knop opnieuw indrukt, worden alle
signaalgevers opnieuw geactiveerd.
Een knipperende indicatie-LED geeft aan dat de
signaalgevers worden geactiveerd wanneer de
geconfigureerde vertraging ìs geactiveerd. Als de
indicatie-LED continu brandt, geeft dit aan dat de
signaalgevers actief zijn (geluid klinkt).
16 Indicatie-LED Storing
systeem
Geel Geeft een storing in de processor van het
brandmeldpaneel aan.
17 Indicatie-LED Uit
bedrijf
Geel Geeft aan dat het brandmeldpaneel niet
functioneert.
18 Indicatie-LED
Aardfout
Geel Geeft een aardingsstoring aan.
19 Indicatie-LED Storing
voeding
Geel Geeft aan dat er een storing in de voedingseenheid
is opgetreden.
Een knipperende indicatie-LED geeft een storing in
de accu of de accuzekering aan. Een continu
brandende indicatie-LED geeft aan dat er een
storing in de voeding of accuzekering is opgetreden.
20 Knop Doormelding
vertraging en
indicatie-LED
Geel Schakelt een eerder geconfigureerde
doormeldingsvertraging in of uit.
Als de indicatie-LED continu brandt, is er een
doormeldingsvertraging geconfigureerd en
ingeschakeld.
21 Knop Doormelding
aan en indicatie-LED
Rood Annuleert een eerder geconfigureerde vertraging en
activeert een doormelding.
Een knipperende indicatie-LED geeft aan dat de
doormelding wordt geactiveerd wanneer de
geconfigureerde vertraging verloopt. Als de
indicatie-LED continu brandt, geeft dit aan dat de
doormeldingsfunctie actief is.
21 Knop Doormelding
Storing/Uit/Test en
indicatie-LED
Geel Geeft aan dat er een storing in de
doormeldingsapparatuur is opgetreden, dat de
doormeldingsapparatuur uitgeschakeld is of dat de
doormeldingsapparatuur getest wordt.
Een knipperende indicatie-LED geeft een storing
aan. Als de indicatie-LED continu brandt, geeft dit
aan dat de functie is uitgeschakeld of wordt getest.