Operation Manual
8
GAZELLE HANDLEIDING
NL
NL
Deze regelingen gelden voor uw ets als
u de ets binnen Nederland gebruikt. In
andere landen kunnen andere bepalingen
gelden. Informeer vóór gebruik van uw
ets in het buitenland welke wetten hier
van toepassing zijn.
1.3 ACCU
Probeer nooit een accu te repareren;
hiervoor is specialistische kennis
vereist. Als de accu beschadigd is, neemt u
contact op met uw Gazelle-specialist. Hij
zal de verdere afhandeling met u bespre-
ken.
U mag geen beschadigde accu transporte-
ren. De veiligheid van beschadigde accu’s
kan niet worden gegarandeerd. Krassen en
kleine beschadigingen aan de behuizing
vormen geen ernstige beschadiging.
Laat de accu door uw Gazelle-specialist
controleren, wanneer u met uw ets ten
valt bent gekomen. Ook wanneer u de
accu heeft laten vallen, moet u naar uw
Gazelle-specialist gaan. Beschadigde accu’s
mogen niet worden opgeladen en ook niet
meer worden gebruikt.
Tijdens het opladen moeten de accu
en het oplaadapparaat op een een en
niet-brandbare ondergrond staan. De accu
en het oplaadapparaat mogen niet afge-
dekt zijn. In de directe nabijheid mogen
zich geen licht ontvlambare materialen
bevinden. Dit geldt ook, wanneer de accu
in de ets wordt opgeladen. Dan moet u de
ets zodanig neerzetten dat een mogelijke
brand zich niet snel kan verspreiden.
Lithium reageert erg sterk bij direct contact
met water. Daarom is bij beschadigde en
nat geworden accu’s extra voorzichtigheid
geboden.
De accu zelf mag niet met water worden
geblust, maar alleen de mogelijk bran-
dende omgeving. Beter geschikt zijn
brandblussers met metaalbrandpoeder
(klasse D). Als de accu zonder gevaar naar
buiten kan worden getransporteerd, kan
het vuur ook met zand worden verstikt.
Een accu mag niet worden opgeladen
indien deze niet goed functioneert.
Laad de accu niet langdurig op indien deze
niet wordt gebruikt.
Bij rook of bij een ongebruikelijke geur,
moet u de stekker van de oplader van de
oplader meteen uit het stopcontact halen.
De accu kan tijdens het opladen
warm worden. Er kan een tempera-
tuur van maximaal 45°C worden bereikt. Als
de accu warmer wordt, dient u het oplaad-
proces onmiddellijk te onderbreken.
De ets werkt op een lage spanning (36 V).
U mag nooit proberen de ets met een
andere spanningsbron dan de bijbeho-
rende originele accu te gebruiken. De
omschrijvingen van de toegestane accu’s
vindt u in hoofdstuk 10 “Technische speci-
caties”.
Gebruik uitsluitend het meegeleverde
originele oplaadapparaat.