Operation Manual
31
IMPULSE SYSTEEM
NL
NL
9 REINIGING
Voor de reiniging van de ets moet u
de accu uit de ets verwijderen.
Gebruik voor de reiniging nooit schoon-
maakbenzine, verdunmiddelen, aceton of
soortgelijke middelen. U mag ook geen
schuurmiddelen of agressieve schoon-
maakmiddelen gebruiken.
Gebruik uitsluitend de gebruikelijke,
huishoudelijke reinigings- en desinfectie-
middelen (isopropanol) of water. Bij uw
Gazelle-specialist zijn geschikte reinigings-
middelen verkrijgbaar. Hij kan u ook advies
geven. Wij raden u aan uw ets met een
vochtige doek, een spons of een borstel te
reinigen.
9.1 ACCU
Zorg ervoor dat tijdens de reiniging geen
water in de accu komt. De elektrische
onderdelen zijn afgedicht, maar wij raden
u toch af om de ets met een waterslang
af te spuiten of met een hogedrukreiniger
te reinigen. Hierdoor kan schade ontstaan.
Als u de accu afveegt, mag u de contacten
niet aanraken of met elkaar in aanraking
brengen. Dat zou tot het uitschakelen van
de accu kunnen leiden.
9.2 MOTOR
U dient de motor van uw ets regelmatig
te reinigen. Eventueel vuil kunt u het beste
met een droge borstel of een vochtige
(geen natte) doek verwijderen. De reiniging
mag niet met stromend water, zoals een
slang, of een hogedrukreiniger worden
uitgevoerd.
Als er water in de motor komt, kan deze
kapot gaan. Zorg er tijdens de reiniging
daarom altijd voor dat er geen vloeistof of
vocht in de motor terecht kan komen.
Reinig de motor niet als deze warm is, bij-
voorbeeld net na een rit. Wacht totdat de
motor is afgekoeld. Anders kan hij schade
oplopen.
Wanneer de motor, bijvoorbeeld voor
reinigingsdoeleinden is gedemonteerd,
mag deze in geen enkel geval aan de
kabels worden vastgehouden resp. worden
getransporteerd. De kabels kunnen hier-
door namelijk breken.
Wanneer de motor van het frame van de
ets is verwijderd, moeten de stekker van
de motor en de aansluiting van de kabel
naar de accu vóór het in elkaar zetten
worden gecontroleerd m.b.t. mogelijke ver-
ontreinigingen. Indien nodig, kunnen deze
voorzichtig met een droge doek worden
gereinigd.
9.3 DISPLAY
U mag de behuizing van het display alleen
met een vochtige (niet natte) doek reini-
gen.
9.4 BEDIENINGSELEMENT
Het bedieningselement kan indien nodig
met een vochtige doek worden gereinigd.