Operation Manual

21
IMPULSE SYSTEEM
NL
NL
het systeem doorgaans een pedaalbewe-
ging in de richting “aandrijving” en “terug-
traprem”. De systeemcontrole is beëindigd
en u kunt zoals gewoonlijk met ondersteu-
ning etsen.
Wanneer u geen ondersteuning
opmerkt, dient u even terug te trap-
pen en daarna weer naar voren, zodat de
systeemcontrole wordt uitgevoerd. Wanneer
de LED’s blijven knipperen en er geen sprake
is van ondersteuning, dient u contact op te
nemen met uw Gazelle- specialist.
6.1.2 Duw hulp
De duw hulp beweegt de ets langzaam
vooruit zonder dat u op de pedalen hoeft
te trappen, bijvoorbeeld in de parkeergara-
ge of wanneer u berg op loopt met de ets
aan de hand. Om de duw hulp te activeren,
drukt u drie seconden lang op de
-toets.
De duw hulp dient niet als vertrek
hulp.
6.1.3 Knoppen voor het niveau van de
motorondersteuning
Met de pijlknoppen kunt u het niveau van
de motorondersteuning instellen.
Knoppen voor het niveau van de
motorondersteuning
Met elke druk op de pijlknop verandert
de kracht van de motorondersteuning
met één niveau. Wanneer u op de knop
pijl-omhoog drukt, neemt de kracht van
de ondersteuning met één niveau toe, van
geen ondersteuning / stand-by” naar het
hoogste niveau: POWER.
Motorondersteuning verhogen
Wanneer u op de knop pijl-omlaag drukt,
wordt de kracht van de ondersteuning met
elke druk zwakker, van POWER tot aan het
niveau zonder ondersteuning STAND-BY.
Motorondersteuning verlagen
6.1.4 Weergave van het ondersteunings-
niveau
De onderste LED-balk rechts naast de
knoppen voor het niveau van de motoron-
dersteuning geeft aan hoe sterk u momen-
teel door de motor wordt ondersteund.
Weergave van het ondersteuningsniveau