STRIKER™ serie Gebruikershandleiding
© 2015 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.
Inhoudsopgave Inleiding........................................................................... 1 Overzicht van het toestel ............................................................ 1 Contact opnemen met Garmin® Product Support ...................... 1 Het transducertype selecteren .................................................... 1 Zoomen op de STRIKER 4 ......................................................... 1 Schuiven op de STRIKER 4 .......................................................
Inleiding Zoomen op de STRIKER 4 WAARSCHUWING Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie. Overzicht van het toestel U kunt in- en uitzoomen op de Via-puntenkaart. • Selecteer om in te zoomen. • Selecteer om uit te zoomen. Schuiven op de STRIKER 4 U kunt de Via-puntenkaart verplaatsen om een ander gebied te bekijken dan waar u zich momenteel bevindt. 1 Selecteer of om te beginnen met schuiven.
2 Selecteer een optie: • Als u een item opnieuw wilt rangschikken, selecteert u Rangschikken, selecteert u het item dat u wilt verplaatsen en vervolgens een nieuwe locatie. • Als u een item wilt toevoegen aan het startscherm, selecteert u Voeg toe en vervolgens het nieuwe item. • Als u een aan het startscherm toegevoegd item wilt verwijderen, selecteert u Verwijder en vervolgens het item.
Ä Å Æ Ç Tijd Frequentie gesplitst-scherm Type en frequentie transducer Op het scherm Gesplitste frequentie kunt u twee frequenties bekijken. Zwevende doelen (vissen) Diepte-indicator wanneer het echoloodgegevensscherm van rechts naar links schuift Garmin ClearVü echoloodweergave OPMERKING: Niet alle modellen ondersteunen Garmin ClearVü echoloodtechnologie en transducers.
Een via-punt maken in het echoloodscherm op basis van uw huidige locatie 1 Selecteer in een echoloodweergave . 2 Bewerk zo nodig de via-puntgegevens. Een via-punt maken in het echoloodscherm op basis van een andere locatie 1 2 3 4 Pauzeer het echolood in een echoloodweergave. Selecteer een locatie. Selecteer . Bewerk zo nodig de via-puntgegevens. De zoominstelling aanpassen U kunt de zoominstelling handmatig aanpassen door het bereik en een vaste begindiepte in te stellen.
Selecteer en in een echoloodscherm om autobereik snel te hervatten. (Alleen beschikbaar op de modellen van 5 inch en 7 inch.) Selecteer of in een echoloodscherm om het bereik snel aan te passen. (Alleen beschikbaar op de modellen van 4 inch.) Als u het bereik op één scherm instelt, geldt die instelling voor alle schermen. Echoloodinstelling OPMERKING: Niet alle opties en instellingen zijn van toepassing op alle modellen en transducers.
verwijderen. U kunt interferentie het beste verwijderen door de installatieproblemen op te lossen die de ruis veroorzaken. Oppervlakteruis: Hiermee verbergt u echoloodretoursignalen dicht bij het oppervlak van het water. Als u oppervlakteruis verbergt, wordt de schermweergave overzichtelijker. • Selecteer Gebruik huidige positie en voer de gegevens in om het via-punt te maken op basis van uw huidige locatie. Het via-punt wordt automatisch opgeslagen.
Via-puntenkaartinstellingen Selecteer Via-puntenkaart > . Via-punten: Hiermee wordt de lijst met via-punten weergegeven. Via-puntweergave: Hiermee stelt u in hoe via-punten op de kaart worden weergegeven. Routes: Hiermee wordt de lijst met routes weergegeven. Spoor: Hiermee wordt het menu getoond voor de sporenoptie. Zoeken: Hiermee kunt u zoeken naar opgeslagen routes en viapunten. Kaartinstellingen: Hiermee wordt het perspectief van de viapuntenkaart ingesteld en wordt de koerslijn weergegeven.
2 Selecteer een optie: • Als u een spoor wilt vastleggen op basis van de afstand tussen twee punten, selecteert u Afstand > Wijzig en voert u de afstand in. • Als u een spoor wilt vastleggen op basis van tijdinterval, selecteert u Tijd > Wijzig en geeft u de interval op. • Als u een spoor wilt vastleggen op basis van een afwijking in de koers, selecteert u Resolutie > Wijzig en voert u de maximale toegestane fout in van de ware koers voordat er een spoorpunt wordt vastgelegd.
Alarminstellingen Navigatie-instellingen Navigatiealarmen OPMERKING: Voor sommige instellingen en opties zijn extra toestellen vereist. Selecteer Instellingen > Navigatie. Routelabels: U kunt instellen welk type labels wordt weergegeven voor koerswijzigingen op de kaart. Koerswijzigingsovergang activeren: Hier kunt u instellen of de koerswijziging op basis van tijd of afstand moet worden berekend.
U kunt de zekering testen met een multimeter. Als de zekering in orde is, geeft de multimeter 0 Ohm aan. • Controleer of er ten minste 10 V gelijkstroomspanning op het toestel staat - 12 V gelijkstroom wordt aangeraden. U kunt het voltage controleren door de gelijkstroomspanning te meten tussen het contrabusje en de aarde van de voedingskabel. Als de spanning minder bedraagt dan 10 V gelijkstroom, gaat het toestel niet aan.
Index A aankomstalarm 9 afstand meten 6 alarmen 9 aankomst 9 echolood 9 krabbend anker 9 navigatie 9 van koers 9 C cijfers projecteren 6 E echolood 2, 3 a-scope 5 alarmen 9 bodem vast 4 dieptelijn 5 diepteschaal 2, 4 flitser 3 frequenties 3, 4 Garmin ClearVü 3 interferentie 5 kleurenschema 5 log 2 nummers 2 oppervlakteruis 5 presentatie 2, 5 SideVü 3 versterking 4 via-punt 4 weergaven 2, 3 zoomen 3, 4 zwevende doelen 2, 5 F fabrieksinstellingen 8, 9 G Garmin ClearVü 3 gebeurtenislog 8 gebruikersgegevens
www.garmin.