Operation Manual
• Servicewaarschuwingen
• Video
• Contactinformatie
Een geheugenkaart plaatsen
OPMERKING: De geheugenkaartlezer wordt niet meegeleverd
met alle kaartplotters. De lezer is dan verkrijgbaar als apart
accessoire. Er moet een geheugenkaartlezer zijn aangesloten
op het Garmin Marine Network.
U kunt optionele geheugenkaarten bij de kaartplotter gebruiken.
Via gegevenskaarten kunt u satellietbeelden met hoge resolutie
en luchtfoto's van havensteden, havens, jachthavens en andere
nuttige punten weergeven. U kunt lege geheugenkaarten
plaatsen om gegevens als via-punten, routes en sporen naar
een andere compatibele kaartplotter of een computer over te
brengen.
1
Open het klepje
À
van de geheugenkaartlezer.
2
Plaats de geheugenkaart
Á
met het label weggericht van het
klepje.
3
Druk op de kaart tot deze vastklikt.
4
Sluit het klepje van de kaartlezer.
Software-update
Mogelijk moet u de toestelsoftware bijwerken wanneer u het
toestel installeert of een accessoire toevoegt aan het toestel.
Voor de software-update hebt u een Garmin
geheugenkaartlezer-accessoire of een andere Garmin
kaartplotter nodig die is verbonden via het Garmin Marine
Network.
Het Garmin geheugenkaartlezer-accessoire is apart
verkrijgbaar.
Dit toestel ondersteunt geheugenkaarten tot 32 GB met de
indeling FAT32.
De nieuwe software op een geheugenkaart laden
1
Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf van de computer.
2
Ga naar www.garmin.com/support/software/marine.html.
3
Selecteer Downloaden naast GPSMAP serie met SD kaart.
4
Lees en accepteer de voorwaarden.
5
Selecteer Downloaden.
6
Selecteer Hardlopen.
7
Selecteer het station van de geheugenkaart en selecteer
vervolgens Volgende > Voltooien.
De software van het toestel bijwerken
Voordat u de software kunt bijwerken, moet u beschikken over
een software-update op een geheugenkaart of de nieuwste
software zelf op een geheugenkaart laden.
1
Schakel de kaartplotter in.
2
Nadat het startscherm verschijnt, plaatst u de geheugenkaart
in de kaartsleuf.
OPMERKING: De instructies voor de software-update
verschijnen alleen als het toestel volledig is opgestart voordat
u de kaart plaatst.
3
Volg de instructies op het scherm.
4
Wacht enkele minuten totdat de software-update is voltooid.
5
Laat de geheugenkaart op zijn plaats zitten en start de
kaartplotter handmatig opnieuw op, wanneer daar om wordt
gevraagd.
6
Verwijder de geheugenkaart.
OPMERKING: Als de geheugenkaart wordt verwijderd
voordat het toestel opnieuw is opgestart, is de software-
update niet voltooid.
GPS-satellietsignalen
Wanneer u de kaartplotter inschakelt, moet de GPS-ontvanger
de gegevens van de satellieten verzamelen en de actuele
locatie bepalen. Wanneer de kaartplotter satellietsignalen
ontvangt, worden de boven aan het startscherm groen.
Wanneer de kaartplotter het satellietsignaal verliest, verdwijnen
de en knippert er een vraagteken op op de kaart.
Ga voor meer informatie over GPS naar www.garmin.com
/aboutGPS.
De GPS-bron selecteren
U kunt uw voorkeursbron voor GPS-gegevens selecteren, als u
meerdere GPS-bronnen hebt.
1
Selecteer Instellingen > Systeem > GPS > Bron.
2
Selecteer de bron voor GPS-gegevens.
De kaartplotter aanpassen
Startscherm
Het startscherm van de kaartplotter biedt toegang tot alle
functies in de kaartplotter. De functies zijn afhankelijk van de
accessoires die u op de kaartplotter hebt aangesloten. Mogelijk
beschikt u niet over alle opties en functies die in deze
handleiding worden besproken.
De categorieën aan de rechterkant van het scherm geven snel
toegang tot de hoofdfuncties van uw kaartplotter. De categorie
Echolood, bijvoorbeeld, geeft de weergaven en pagina's weer
die zijn gerelateerd aan de echoloodfunctie. U kunt items die u
vaak gebruikt opslaan in de categorie Favorieten.
Alle opties aan de onderkant van het startscherm zijn zichtbaar
op alle andere schermen, behalve de knop Instellingen. De knop
Instellingen is alleen toegankelijk vanaf het startscherm.
Vanuit een ander scherm kunt u terugkeren naar het
startscherm door Start te selecteren.
Als er meerdere schermen zijn geïnstalleerd op het Garmin
Marine Network, kunt u ze groeperen in een station. Een station
zorgt ervoor dat schermen samenwerken, en niet als aparte
schermen functioneren. Als u in een van de geopende
schermen Start selecteert, keert elk scherm in het station terug
naar het startscherm. U kunt de lay-out van de pagina's op ieder
scherm aanpassen en elke pagina op alle schermen
verschillend maken. Als u in een scherm de lay-out van een
pagina verandert, gelden de wijzigingen alleen voor dat scherm.
Als u de naam en het symbool van de lay-out verandert,
verschijnen deze veranderingen op alle schermen van het
station voor een consistente weergave.
De SmartMode items zijn gericht op een specifieke activiteit,
bijvoorbeeld varen of afmeren. Als in het startscherm een
SmartMode knop wordt geselecteerd, kan op elk scherm in het
station unieke informatie worden weergegeven. Als bijvoorbeeld
Onder motor wordt geselecteerd in het startscherm, kan op een
van de schermen de navigatiekaart worden weergegeven en op
een ander scherm het radarbeeld.
Een item toevoegen aan favorieten
1
Selecteer op het startscherm een categorie aan de
rechterkant.
2
Houd een knop aan de linkerkant ingedrukt.
2 De kaartplotter aanpassen










