Operation Manual

MAXIMALE STIJGING: De maximale stijgsnelheid in voet per
minuut of meter per minuut sinds deze waarde voor het
laatst is hersteld.
MAXIMUMSNELHEID: De hoogste snelheid voor de huidige
activiteit.
MAXIMUMTEMPERATUUR: De maximumtemperatuur
gemeten in de afgelopen 24 uur.
MAXIMUM VERMOGEN: Het hoogste uitgangsvermogen voor
de huidige activiteit.
MINIMALE HOOGTE: Het laagst bereikte punt sinds deze
waarde voor het laatst is hersteld.
MINIMUMTEMPERATUUR: De minimumtemperatuur gemeten
in de afgelopen 24 uur.
NAAR KOERS: De richting die u moet volgen om terug te keren
naar de route. Deze gegevens worden alleen weergegeven
tijdens het navigeren.
NAUWKEURIGHEID: De foutmarge voor uw exacte locatie. Uw
GPS-locatie is bijvoorbeeld accuraat binnen +/- 3,65 meter
(12 ft.).
OMGEVINGSDRUK: De niet-gekalibreerde
omgevingsluchtdruk.
PEDAALSOUPLESSE: Pedaalsouplesse. De meting van de
krachtverdeling op de pedalen bij iedere pedaalslag door een
gebruiker.
PEILING: De richting van uw huidige locatie naar een
bestemming. Deze gegevens worden alleen weergegeven
tijdens het navigeren.
REISTIJD: De tijd die u naar verwachting nodig hebt om de
eindbestemming te bereiken. Deze gegevens worden alleen
weergegeven tijdens het navigeren.
RONDEAFSTAND: De afstand die u hebt afgelegd voor de
huidige ronde.
RONDEBALANS: De gemiddelde vermogensbalans links/
rechts voor de huidige ronde.
RONDECADANS: De gemiddelde cadans voor de huidige
ronde.
RONDEDALING: De verticale afstand van de daling voor de
huidige ronde.
RONDE HARTSLAG: De gemiddelde hartslag voor de huidige
ronde.
RONDE HARTSLAG %MAX: Het gemiddelde percentage van
de maximale hartslag voor de huidige ronde.
RONDEN: Het aantal ronden dat is voltooid voor de huidige
activiteit.
RONDESNELHEID: De gemiddelde snelheid voor de huidige
ronde.
RONDESTIJGING: De verticale afstand van de stijging van de
huidige ronde.
RONDETEMPO: Het gemiddelde tempo van de huidige ronde.
RONDETIJD: De stopwatchtijd voor de huidige ronde.
RONDETOTAAL: De stopwatchtijd voor alle voltooide ronden.
RONDEVERMOGEN: Het gemiddelde uitgangsvermogen voor
de huidige ronde.
RUST HERHALING: De resterende tijd tot de start van uw
volgende getimede zweminterval.
RUSTTIJD: De timer voor de huidige rustpauze.
SLAGEN: Het aantal slagen voor de huidige activiteit.
SLAGTYPE: Het huidige slagtype.
SNELHEID: De huidige snelheid waarmee u zich verplaatst.
SPOORAFSTAND: De afstand die u hebt afgelegd voor het
huidige spoor.
STAPPEN: Het aantal stappen dat is vastgelegd door de
voetsensor.
STIJGING: De totale afstand van de stijging sinds deze waarde
voor het laatst is hersteld.
STOPTIJD: Een lopende meting van de tijd die is verstreken
zonder te bewegen sinds deze waarde voor het laatst is
hersteld.
STOPWATCH: De stopwatchtijd voor de huidige activiteit.
TEMPERATUUR: De temperatuur van de lucht. Uw
lichaamstemperatuur beïnvloedt de temperatuursensor.
TEMPO: Het huidige tempo.
TIJD: De tijd sinds u de activiteit bent gestart, exclusief de tijd
waarin de activiteit is gepauzeerd.
TIJD: De tijd van de dag, op basis van uw huidige locatie en
tijdinstellingen (notatie, tijdzone en zomertijd).
TIMER: De huidige tijd van de afteltimer.
TOTALE AFSTAND: De resterende afstand tot de
eindbestemming. Deze gegevens worden alleen
weergegeven tijdens het navigeren.
TOTALE VERTICALE AFSTAND: De afstand die u stijgt tussen
uw huidige positie en de eindbestemming. Deze gegevens
worden alleen weergegeven tijdens het navigeren.
TOTALE VERTICALE SNELHEID: De stijg- of daalsnelheid
naar een vooraf bepaalde hoogte. Deze gegevens worden
alleen weergegeven tijdens het navigeren.
VERMOGEN: Het huidige uitgangsvermogen in watt.
VERMOGEN 10S: Het voortschrijdend gemiddelde (10
seconden) van het uitgangsvermogen.
VERMOGEN 30S: Het voortschrijdend gemiddelde (30
seconden) van het uitgangsvermogen.
VERMOGEN 3S: Het voortschrijdend gemiddelde (drie
seconden) van het uitgangsvermogen.
VERMOGENSZONE: Het huidige uitgangsvermogensbereik (1–
7), gebaseerd op uw FTP of aangepaste instellingen.
VERSTREKEN: De totale verstreken tijd. Als u bijvoorbeeld de
timer start en 10 minuten hardloopt, vervolgens de timer 5
minuten stopt en daarna de timer weer start en 20 minuten
hardloopt, bedraagt de verstreken tijd 35 minuten.
VERTICALE OSCILLATIE: Verticale oscillatie. De op-en-
neerbeweging tijdens het hardlopen. De verticale beweging
van uw bovenlichaam, gemeten in centimeters voor iedere
stap.
VERTICALE SNELHEID: De stijg- of daalsnelheid over tijd.
VOLGENDE AANKOMSTTIJD: Het geschatte tijdstip waarop u
het volgende via-punt op de route zult bereiken (aangepast
aan de lokale tijd van het via-punt). Deze gegevens worden
alleen weergegeven tijdens het navigeren.
VOLGENDE AFSTAND: De resterende afstand tot het
volgende via-punt op uw route. Deze gegevens worden
alleen weergegeven tijdens het navigeren.
VOLGENDE BESTEMMING: Het volgende punt op de route.
Deze gegevens worden alleen weergegeven tijdens het
navigeren.
VOLGENDE REISTIJD: De tijd die u naar verwachting nodig
hebt om het volgende punt op uw route te bereiken. Deze
gegevens worden alleen weergegeven tijdens het navigeren.
VOLGENDE VERTICALE AFSTAND: Verticale afstand tot het
volgende via-punt. De afstand die u stijgt tussen uw huidige
positie en het volgende via-punt op de route. Deze gegevens
worden alleen weergegeven tijdens het navigeren.
VOORLIGGENDE KOERS: De richting waarin u zich verplaatst.
WATT/KG: De hoeveelheid uitgangsvermogen in watt per
kilogram.
Appendix 21