Operation Manual
Startlijnbegeleiding
Startlijnbegeleiding voor zeilers biedt een visuele weergave van
informatie die u nodig hebt om de startlijn te passeren op het
juiste moment en met de hoogste snelheid.
Als u de startlijnpinnen aan stuurboord en bakboord hebt
ingesteld en de beoogde snelheid en tijd hebt ingesteld, wordt
een aanlooplijn weergegeven, nadat u de racetimer hebt gestart.
De aanlooplijn loopt van uw huidige locatie naar de startlijn en
de leylijnen die lopen vanaf elke pin.
Het eindpunt en de kleur van de aanlooplijn geven aan waar de
boot zich bevindt als de timer afloopt bij de huidige snelheid van
uw boot.
Als het eindpunt vóór de startlijn ligt, is de lijn wit. Dit betekent
dat de snelheid van de boot moet worden verhoogd om de
startlijn op het juiste moment te bereiken.
Als het eindpunt voorbij de startlijn ligt, is de lijn rood. Dit
betekent dat de snelheid van de boot moet worden verlaagd om
te voorkomen dat u strafpunten krijgt omdat u de startlijn hebt
bereikt voordat de timer afloopt.
Als het eindpunt op de startlijn ligt, is de lijn wit. Dit betekent dat
de boot op optimale snelheid vaart om de startlijn te bereiken op
het moment dat de timer afloopt.
Het venster Startlijnbegeleiding en het venster Racetimer
worden standaard weergegeven in het
zeilracecombinatievenster.
De startlijn instellen
1
Selecteer MENU > Startlijn in de startlijnbegeleidingsmeter.
2
Selecteer een optie:
• Als u de startlijnmarkeringen aan stuurboord en bakboord
wilt markeren bij het passeren, selecteert u Ping-
markeringen.
• Als u de startlijnmarkeringen aan bakboord en stuurboord
wilt markeren door hun coördinaten in te voeren,
selecteert u Voer coördinaten in.
• Als u de ingestelde bakboord- en stuurboordmarkeringen
wilt verwisselen, selecteert u Wissel bakboord en
stuurboord Markeringen.
De startlijnbegeleiding gebruiken
De functie Startlijnbegeleiding helpt u om bij een zeilrace op
optimale snelheid de startlijn te passeren.
1
Markeer de startlijn (De startlijn instellen, pagina 25).
2
Selecteer MENU > Doelsnelheid in de
startlijnbegeleidingsmeter en kies de gewenste snelheid op
het moment dat u de startlijn passeert.
3
Selecteer Doeltijd en kies het gewenste tijdstip om de
startlijn te passeren.
4
Selecteer BACK.
5
Start de racetimer (De racetimer gebruiken, pagina 25).
De racetimer gebruiken
1
Selecteer of in de startlijnbegeleidingsmeter om de
timer in te stellen.
2
Selecteer SELECT om de timer te starten of te stoppen.
De afstand tussen de boeg en de GPS-antenne
instellen
U kunt de afstand tussen de boeg van uw boot en de locatie van
uw GPS-antenne invoeren. Dit verhoogt de kans dat de boeg
van uw boot de startlijn precies op de starttijd passeert.
1
Selecteer MENU > Startlijn > GPS-boegcorrectie in de
startlijnbegeleidingsmeter.
2
Voer de afstand in.
3
Selecteer SELECT.
Leylijninstellingen
Sluit een windsensor aan op de kaartplotter om de leylijnfuncties
te gebruiken.
In de zeilmodus (Het type boot instellen, pagina 3) kunt u
leylijnen weergeven op de navigatiekaart. Leylijnen kunnen erg
handig zijn tijdens zeilraces.
Selecteer in de navigatiekaart MENU > Leylijnen.
Scherm: Hiermee stelt u in hoe de leylijnen en het vaartuig
worden weergegeven op de kaart en hoe lang de leylijnen
zijn.
Zeilhoek: Hiermee kunt u selecteren hoe het toestel leylijnen
berekent. De optie Actueel berekent de leylijnen met behulp
van de gemeten windhoek van de windsensor. De optie
Handmatig berekent de leylijnen met behulp van handmatig
ingevoerde hoeken voor loefzijde en lijzijde.
Getijdecorrectie: Hiermee corrigeert u de leylijnen op basis van
het getijde.
Tijdconstante filter: Filtert de leylijngegevens gebaseerd op de
ingevoerde tijdsinterval. U moet een hoger getal invullen als
u een vloeiendere leylijn wilt krijgen, waarbij wijzigingen in de
koers van de boot of ware windhoek deels worden
weggefilterd. U moet een lager getal invullen als u de leylijn
gevoeliger wilt maken voor wijzigingen in de koers van de
boot of ware windhoek.
De kielcorrectie instellen
U kunt een kielcorrectie invoeren om de oppervlaktemeting voor
de diepte van een kiel te compenseren, zodat de diepte kan
worden gemeten vanaf de onderkant van de kiel in plaats van
vanaf de locatie van de transducer. Voer voor deze afstand een
positief getal in. U kunt een negatief getal invoeren als u wilt
compenseren voor een grote boot die een paar voet diep in het
water ligt.
1
Voer een actie uit, op basis van de locatie van de transducer:
• Als de transducer op de waterlijn
À
is geïnstalleerd, meet
u de afstand tussen de locatie van de transducer en de
kiel van de boot. Voer deze waarde bij stap 3 en 4 in als
een positief getal.
• Als de transducer onder aan de kiel
Á
is geïnstalleerd,
meet u de afstand tussen de transducer en de waterlijn.
Voer deze waarde bij stap 3 en 4 in als een negatief getal.
2
Selecteer Instellingen > Mijn boot > Kielcorrectie.
3
Selecteer of op basis van de locatie van de transducer.
4
Voer de afstand in die in stap 1 is gemeten.
Zeilfuncties 25