Operation Manual

Gebruikershandboek SEAT Portable System
- 78 - Werken met de kaart
Zoomen/Verschuiven: Wanneer deze knop niet actief is, kunt u met uw
vinger het weergegeven kaartfragment veranderen. Schuif de kaart
gewoon in de gewenste richting.
Hele route: Zoomt de kaart zo, dat de hele route zichtbaar is.
Actuele locatie: Kiest het weergegeven kaartfragment zo, dat de huidige
locatie in het midden ligt.
9.5.1 Werken in de modus Bestemming zoeken
1. Druk op het punt waarheen u wilt navigeren.
Het punt van bestemming waarop u heeft gedrukt, verschijnt onder
het dradenkruis.
In het onderste derde deel van het beeldscherm verschijnen de
geografische coördinaten van het punt van bestemming en het
betreffende adres.
2. Druk op (OK).
Er verschijnen knoppen met verschillende functies.
Daarheen navigeren: Start de navigatie naar het gekozen punt. Wanneer u zich
net in een navigatie bevindt, wordt deze afgebroken.
MyReport: Opent het venster M
YREPORT. Daar kunt u wijzigingen bij
verkeerscontrolesystemen en in de verkeersroutering bij
Garmin Würzburg melden.
Tussenbestemming: Stelt het gekozen punt als tussenbestemming in. De
navigatie gaat dan eerst naar deze tussenbestemming. Daarna kunt u
de navigatie naar uw oorspronkelijke bestemming voortzetten.
Deze functie is alleen geactiveerd, wanneer u zich net in een navigatie
bevindt.
Aan route toevoegen: Voegt het gekozen punt als laatste punt aan de
routeplanning toe, zodat de navigatie daarheen plaatsvindt na de
oorspronkelijke bestemming of na de andere routepunten.
Opslaan: Opent het venster B
ESTEMMING OPSLAAN ALS. U kunt een naam
invoeren, onder welke het opgegeven punt in de lijst FAVORIETEN wordt
opgeslagen (zie "Bestemming opslaan", pagina 52).
Zoeken in omgeving: Opent het venster POI
IN DE OMGEVING. U kunt daar
zoeken naar bestemmingen in de buurt van het opgegeven punt (zie
"Bijzondere bestemming in de buurt", pagina 41).