Operation Manual
Gebruikershandboek SEAT Portable System
Handsfree-module - 149 -
13.1 Bluetooth-verbinding
Om de handsfreemodule van het navigatieapparaat te kunnen
gebruiken, moet het verbonden zijn met ten minste één Bluetooth-
apparaat.
Opmerking: Zowel het navigatieapparaat als de mobiele telefoon
moeten dienovereenkomstig geconfigureerd zijn, om ervoor te zorgen
dat een Bluetooth-verbinding tussen beide apparaten kan worden
opgebouwd.
Informatie over de configuratie van het navigatieapparaat vindt u in het
hoofdstuk "Instellingen" op pagina 162.
Informatie over de configuratie van de mobiele telefoon vindt u in de
bijbehorende handleiding van de fabrikant.
13.1.1 Bluetooth-apparaten zoeken en koppelen
Koppelen is de procedure waarbij twee Bluetooth-apparaten een
gecodeerde verbinding tot stand brengen. Daarbij moeten beide
apparaten dezelfde toegangscode naar het telkens andere apparaat
overbrengen. De toegangscode en de verbindingsgegevens worden op
beide apparaten opgeslagen, zodat de koppeling maar een keer bij de
eerste verbinding hoeft te worden uitgevoerd. Gekoppelde apparaten
worden in de lijst V
ERTROUWDE APPARATEN opgeslagen.
Het navigatieapparaat kan zich automatisch verbinden met het laatst
verbonden apparaat, zodra het zich binnen bereik bevindt.
De handsfreemodule van het navigatieapparaat kan de
verbindingsgegevens van in totaal 4 gekoppelde mobiele telefoons of
MP3-spelers met Bluetooth-functie opslaan en beheren. Van elke
gekoppelde mobiele telefoon kunnen telefoonboek en recente
gesprekken worden geïmporteerd en met de verbindingsgegevens
worden opgeslagen.
Opmerking: Telefoonboek en recente gesprekken zijn alleen
beschikbaar, wanneer de desbetreffende telefoon is verbonden.
Informatie over de import van telefoonboek en recente gesprekken vindt
u in de hoofdstukken "Telefoonboek importeren", pagina 154 en
"Recente gesprekken importeren", pagina 155.