Operation Manual

48
NL
49
NL
Grasmaaier starten:
De motor moet voor het starten met benzine worden gevuld
(zie 7. Onderhoud “Motor met benzine vullen”).
1. Plaats de grasmaaier op een vlakke plek van het gazon.
2. Alleen bij een koude motor:
46 V / 46 VD: Primer
d
3 x indrukken.
46 VDA / 51 VDA: Toerentalhendel
f
op “Choke” zetten.
3. Schakelbeugel
g
boven aan de boom
6
trekken en dan de
startkabel
h
stevig aantrekken.
4. Leid na het aanspringen van de motor de startkabel
h
weer
langzaam terug (indien nodig punt 3. en 4. meerdere keren
herhalen).
5. 46 VDA / 51 VDA: Toerentalhendel
f
op het gewenste motor-
toerental instellen.
6. Bedien de grasmaaier uitsluitend vooruit en stapvoets.
Grasmaaier starten bij warme motor:
v 46 V / 46 VD: Primer
d
niet indrukken.
46 VDA / 51 VDA: Toerentalhendel
f
op max. toerental
zetten.
Grasmaaier uitschakelen:
v Schakelbeugel
g
loslaten
Maaien met rijaandrijving:
46 VD heeft een 1-versnelling achterwielaandrijving.
46 VDA / 51 VDA heeft een variabele achterwielaandrijving
voor de aanpassing aan de persoonlijke stapsnelheid.
Rijaandriving starten:
1. Grasmaaier starten
2. 46 VD: Aandrijfbeugel
j
onder
aan de boom
6
trekken.
OPGELET! De grasmaaier gaat
onmiddellijk rijden.
46 VDA / 51 VDA: Aandrijfhen-
del
j
aan de boom
6
trekken.
Hoe verder de aandrijfhendel
wordt getrokken, hoe sneller de
rijaandrijving is.
Rijaandrijving uitschakelen:
v Aandrijfbeugel / -hendel
j
loslaten.
3x
d
h
6
g
f
46 V / 46 VD
6
j
46 VD
6
j
46 VDA / 51 VDA
6. Buitenbedrijfstelling
Maaier opbergen /
transporteren:
Kinderen mogen geen toegang hebben tot de opbergplaats.
Laat de motor afkoelen voordat de grasmaaier in een gesloten
ruimte wordt neergezet. Bij motoren die langer dan 30 dagen
stilgestaan hebben, moet eerst de benzinetank geledigd en
resterende benzine met een pluisvrije doek opgenomen worden
en vervolgens de motor laten draaien totdat hij door gebrek an
brandstof blijft staan.
1. Schakel de grasmaaier uit en trek de bougiestekker
k
uit
(zie de meegeleverde gebruiksaanwijzing van de motor).
2. Draai voor plaatsbesparing de twee velugelmoeren
8
los tot de
boom
6
genegen kan worden – en klap de boom naar voren.
3. Maaier op een droge, afgesloten en veilige plaats opbergen.
Afvalverwijdering:
Het apparaat mag niet met het normale huisvuil meegegeven wor-
den, maar moet volgens de geldende regels afgevoerd worden.
1. Benzinetank ledigen (zie boven).
2. Motorolietank ledigen (zie de meegeleverde gebruiksaanwijzing
van de motor).
3. Lever het apparaat in op het afvaldepot.
7. Onderhoud
GEVAAR!
Lichamelijke letsels door de
messenbalk!
v Wacht vóór het begin van de onderhoudswerkzaamheden
tot de messenbalk stilstaat, trek geschikte handschoenen
aan en trek de bougiestekker uit (zie de meegeleverde
gebruiksaanwijzing van de motor).
GEVAAR!
Persoonlijk letsel en materiële schade!
v Grasmaaier, mulchinzetstuk en grasvankzak
mogen niet met hogedruk worden gereinigd.
Wanneer de maaier voor het reinigen moeten worden gekan-
teld, mag deze alleen aan de voorkant worden opgetild en
op de duwstang worden gekanteld (wanneer de maaier zijde-
lings wordt gekanteld, kan brandstof of olie in de uitlaat of
luchtfilter lopen en de motor beschadigen).
k
6
8