Operation Manual
84
AFGIFTE VAN KOFFIE'
6  AFSTELLING KOFFIEDOSIS
 Het is mogelijk om de hoeveelheid koffie (dosis) 
die men wenst te malen, af te stellen. 
De dosis wordt door  de fabriek afgesteld op een 
gemiddeld niveau dat overeenkomt met de wensen 
van de  meeste klanten; streepje (A) op de hoogte 
van (B). Door  de knop (4) in de koffiehouder tegen 
de wijzers van de klok in te draaien wordt de dosis 
gemalen koffie verhoogd, met de wijzers van de klok 
mee, wordt deze verlaagd.
De dosis moet afgesteld worden alvorens  op de 
koffie-afgiftetoets te drukken. Met dit systeem verkrijgt 
men een optimale afgifte bij alle soorten koffie die in 
de handel verkrijgbaar zijn.
7  AFGIFTE VAN KOFFIE
Opmerking: als het  apparaat  geen koffie 
afgeeft, moet worden gecontroleerd of het 
waterreservoir water bevat; op de linkerkant van 
het apparaat kan het waterniveau in het reservoir 
worden gecontroleerd.
Vóór  de  afgifte  van  koffie  dient  men 
te  controleren  of  het  groene  lampje 
“temperatuur bereikt” (24) continu brandt en of 
het water- en koffiereservoir vol zijn.
•   Zet 1 of 2 kopjes onder de afgiftemondstukken 
(14); u kunt het mondstuk in hoogte regelen, zodat 
het zich aanpast aan uw kopjes.
•   Het mondstuk kan worden verplaatst voor het 
gebruik van grote kopjes. 
  Duw om grote kopjes te gebruiken het mondstuk 
zover  als  het  gaat  met  de  hand  naar het 
apparaat. (gebruik in dit geval slechts één kopje 
per keer). 
  Om het mondstuk in de ideale gebruikspositie te 
brengen moet  het in de buitenste stand worden 
getrokken.  Men  dient  te  controleren  of  het 
geblokkeerd is.
•  De gewenste hoeveelheid koffie met behulp van 
de knop  (22) in het  kopje laten  lopen:  als men 
met de wijzers van de klok mee draait, krijgt men 
meer koffieafgifte, tegen de wijzers van de klok 
in minder koffieafgifte.
Opmerking: als de niveauvlotter (13) stijgt, 
wordt  geadviseerd  het  opvangbakje te 
legen.
7.1  Afgifte bij koffiebonen
•  Voor koffieafgifte dient men  op de toets  (23) te 
drukken, vervolgens begint de afgiftecyclus: Voor 
1 kopje koffie een keer op de toets (23) drukken; 
voor 2 kopjes  koffie tweemaal achter elkaar op  de 
toets (23) drukken.
Bij deze werkwijze maalt en  doseert het 
apparaat automatisch de juiste hoeveelheid 
koffie; voor de bereiding van twee kopjes koffie 
worden twee  maling-  en  twee afgiftecyclussen 
automatisch door het apparaat uitgevoerd.
•  Nadat de koffie de  pre-infusiecyclus uitgevoerd 
heeft, komt de koffie uit de afgiftemond (14).
•  De afgifte van de koffie stopt automatisch wanneer 
het niveau dat met de knop (22) ingesteld is, bereikt 
wordt; niettemin kan men de afgifte stoppen door 
op de toets (23) te drukken.
7.2  Afgifte bij gemalen koffie
Men  dient in de doseerder (5) alléén  ge-
malen koffie voor espressoapparaten  te 
doen: koffiebonen, gelyofiliseerde koffie of ander 
materiaal zijn schadelijk voor het apparaat.
Het is verboden uw vingers in het apparaat 
te steken omdat het bewegende onderdelen 
bevat.
•  Gebruik alleen  het maatbekertje (21)  dat bij  het 
apparaat geleverd wordt  om de juiste hoeveelheid 
gemalen koffie voor de doseerder te nemen
Doe er maar één maatbekertje  gemalen 
koffie per keer in; voor twee kopjes koffie 
moet  men  tweemaal  achter  elkaar de  cyclus 
uitvoeren.
•  Druk op de toets (25) om de functie te kiezen; het 
lampje (26) gaat aan.
•  Doe het deksel van de doseerder voor gemalen 
koffie (5) omhoog.
•  Neem met het doseerbekertje (21) een koffiedosis: 










