Operation Manual
82
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN - INSTALLATIE
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door 
een erkend servicecentrum.
In het geval van ingrepen die niet correct zijn uitge-
voerd, wordt elke aansprakelijkheid voor eventuele 
schade afgewezen.
Brandpreventie
Gebruik brandblusapparaten met kooldioxyde (CO
2
), 
in het geval van brand. Gebruik geen water of poe-
derblusapparaten.
Legenda componenten apparaat
  Koffiebonenhouder
  Deksel koffiebonenhouder
  Knop afstelling maling
  Knop afstelling dosis
  Deksel doseerder gemalen koffie
  Blad voor koffiekopjes
  Hoofdschakelaar (ON/OFF)
  Deksel waterreservoir
  Waterreservoir
  Koffiediklaatje
  Elektriciteitssnoer
  Druppelbakje + rooster
  Niveauvlotter druppelbakje
  In hoogte verstelbaar koffiemondstuk
  Stoom-/heetwaterpijp
  Voordeurtje
  Stoomafgifteknop
  Koffie-afgiftegroep
  Sleutel koffie-afgiftegroep
  Reinigingsborsteltje
  Maatbekertje gemalen koffie
Bedieningspaneel
  Knop afstellen hoeveelheid koffie in kopje
  Toets afgifte koffie
  Lampje temperatuur bereikt/ koffiefunctie
  Knop keuze gemalen koffie
  Lampje keuze gemalen koffie
  Knop selectie heetwaterfunctie
  Lampje selectie heetwaterfunctie
  Lampje apparaat in werking
  Lampje alarmsignalering
4  INSTALLATIE
Neem, voor uw eigen veiligheid en die van anderen, 
de  “Veiligheidsvoorschriften” van hoofdstuk 3 
nauwgezet in acht.
4.1  Verpakking
De originele verpakking is ontworpen en gerealiseerd 
om het apparaat te beschermen tijdens het transport.
Men raadt aan de verpakking te bewaren voor even-
tueel transport in de toekomst.
4.2  Werkzaamheden vooraf
•  Haal het druppelbakje (12) met het rooster uit de 
verpakking. 
•  Haal het  koffiezetapparaat uit de verpakking en 
zet het op een geschikte plaats, die voldoet aan 
de gestelde eisen die worden beschreven in de 
veiligheidsvoorschriften (hoofdst.3.)
•  Breng het druppelbakje (12) aan op zijn plaats 
in het  apparaat; controleer of het bakje zelf, de 
opvanglade  (10) en  de koffie-afgiftegroep  (18) 
correct geplaatst  zijn  en of het voordeurtje (16) 
dicht is.
•  Plaats  het  deksel  van  de  koffiebonenhouder 
(2) op de koffiebonenhouder (1). Houd het rein-
gingsborsteltje  (20),  de  sleutel van  de  koffie-
afgiftegroep (19)  en het maatbekertje  voor  de 
gemalen koffie (21) bij de hand.
•  Alvorens de stekker in het stopcontact te steken 
dient men te controleren of de hoofdschakelaar (7) 
op -0- staat.
Het  knipperen  van  het  rode  lampje (30) bij het 
aanzetten van  het  apparaat  wil zeggen  dat  een 
van  de eerder  beschreven onderdelen niet  goed 
geplaatst is.
Belangrijke Opmerking: het is belangrijk 
hoofdstuk 14 te lezen, waarin gedetailleerd 
de betekenis wordt uitgelegd van alle signaleringen 
van het apparaat door middel van de lampjes op het 
bedieningspaneel.
4.3  Eerste inschakelingEerste inschakeling
•   Haal het waterreservoir (9) weg door het op 
te tillen en verwijder het deksel (8). Spoel het om 
en vul het met vers water; men raadt aan om het 










