Operation Manual

Ingebruikname
12 Fujitsu Technology Solutions
Externe toestellen aansluiten op de parallelle of de seriële
poort
Als uw toestel over een parallelle en een seriële poort beschikt, kunt u op deze poorten externe
toestellen aansluiten (bijvoorbeeld een printer of een modem).
Sluit de datakabel aan op het externe toestel.
Sluit de datakabel afhankelijk van het toestel aan op de parallelle poort
of op de seriële
poort
.
In de documentatie bij het externe toestel is beschreven hoe het toestel wordt aangesloten op de
passende poort.
i
Instellingen van de poorten
U kunt de instellingen van de poorten (bijv. adres, interrupt) wijzigen in de BIOS-Setup.
Drivers
De toestellen die u aansluit op de seriële of parallelle poort, hebben drivers nodig. Uw
besturingssysteem bevat al een groot aantal drivers. Als de vereiste driver ontbreekt, dient
u hem te installeren. Actuele drivers zijn meestal op het internet te vinden of worden op
een gegevensdrager bijgeleverd.
Externe toestellen aansluiten op de USB-poorten
U kunt diverse externe toestellen (b.v. printer, scanner, modem of toetsenbord) aansluiten op de
USB-poorten.
i
USB-toestellen zijn hot-plug-compatibel. U kunt de kabels van USB-toestellen dus bij
ingeschakeld systeem aansluiten en loskoppelen.
Meer informatie vindt u in de documentatie bij de USB-toestellen.
Sluit de datakabel aan op het externe toestel.
Sluit de datakabel aan op een USB-poort
.
i
Drivers
De toestellen die u op één van de USB-poorten aansluit, hebben normaal gezien geen
eigen driver nodig, want de vereiste software zit reeds in het besturingssysteem. Als het
USB-toestel toch eigen software nodig heeft, kunt u die installeren vanaf de
gegevensdrager die bij het USB-toestel werd geleverd.