Operation Manual
Bediening
Indicators op het toestel
Indicat orsTo es te l
De indicators bevinden zich aan de voorzijde van de beh uizing. Welke indicators op uw toestel
voorhanden zijn, wordt bepaald door het door u gekozen uitbouwnive au.
1234
Nr. Indicator Beschrijvin g
1 Indicator voor optionele
onderdelen, zoals
SmartCard-lezer
De indicator licht op als bijvoorbeeld de SmartC ard-lezer wordt
benaderd.
2
Stationsindicator De i ndicato r licht op als het CD-ROM- of DVD-station wordt
benaderd. Zolang de indicator brandt, mag de CD/DVD in geen
enkel geval uit het station genomen worden.
3 Werkingsindicator Attentie:In de energiespaarmodus mag het toestel niet met de
hoofdschakelaar (indien voo rhande n) worden uitgeschakeld of van
het net worden losg ekoppeld, omdat er anders g egevens verloren
kunnen gaan.
• De indicator licht op:
Het toestel is ingeschakeld.
• De indicator knippert:
Het toestel staat in de energiespaarmodus. Na het inschakelen
met de aan/uit-schakelaar schakelt het toestel in of keert
het terug naar de toestand waarin het zich bevond voor de
energiespaarmodus.
• De indicator brandt niet:
Het toestel is uitgeschakeld.
4
Indicator harde schijf De indicator licht op als het harde-schijfstation van het toestel in
gebruik genomen wo rdt.
Fujitsu 25