Operation Manual

Bediening
Indicators op het toestel
Indicat orsToes te l
De indicators bevinden zich aan de voorzijde van de behuizing. Welke indicators op uw toestel
voorhanden zijn, w ord t bepaald door het door u gekozen uitbouwniveau.
1 3 42
Nr. Indicat or Beschrijving
1 Werkingsindicator Attentie: In de energiespaa rmodus mag het toestel n iet met de
hoofdschakelaar (indien voorhanden) worden uitgeschakeld of
van het net worden losgekoppeld, anders kunnen er gegevens
verloren gaan.
De indicator licht op: Het toestel is ingeschakeld.
De indicator knippert: Het toestel staat in de
energiespaarmodus. Na het inschakelen met de
aan-/uitschakelaar schakelt het toestel in of keert het
terug naar de toestand waarin het zich bevond voor de
energiespaarmodus.
De indicator licht niet op: Het toestel is losgekoppeld van het
net of bedrijfsklaar. A ls het toestel be drijfsklaar is, kan het met
de aan-/uitschakelaar worden ingeschakeld.
2
Indicato
r harde schijf
De indica
tor licht op als de harde-schijfeenheid van het toestel in
gebruik g
enomen wordt.
3
Stationsindicator
De indic
ator brandt als het DVD-station van het toestel in gebruik
genome
n wordt. Zolang de indicator brandt, mag de DVD in geen
enkel g
eval uit de lezer genomen worden.
4 Indic
ator
Smart
Card-lezer
(opt
ioneel)
De indicator brandt als een SmartCard-lezer is gemonteerd.
De indicator knip pert als gegevens worden uitgewisseld.
Fujitsu 23