Operation Manual
Bediening
Werkingsindicator
WerkingsindicatorWerkingsindicatorWerkingsindicatorWerkingsindicatorWerkingsindicator
In de energiespaarmodus m ag het toestel niet van het net worden losgekoppeld,
anders kunne n er gegevens verloren gaan.
• De indicator licht groen op: Het toeste
l is ingeschakeld.
• De indicator knippert groen: Het toestel bevindt zich in de energiespaarmodus. Na het
inschakelen met de aa n-/uitscha kelaar schakelt het toestel in of keert hij terug naar
de toestand waarin hij zich bevond voor de energiespaarmo dus.
• De indicator licht niet op: Het toest
el is losgekoppeld van het net of bedrijfsklaar. Als het
toestel bedrijfsklaar is, kan hij m e
t de aan-/uitschakelaar worden ingeschakeld.
Indicator ha rd e schijf
De indicator licht op als de harde-sc
hijfeenheid v an het toestel in gebruik genomen wordt.
DVD-indicator
DVD-indicatorDVD-indicatorIndicatorCD-ROMCD-ROM-station
De indicator brandt als het DVD-station
van het toestel in gebruik genomen wordt. Zolang de
indicator brandt, mag de DVD in geen enke
l geval uit de lezer genomen w orden .
Indicator SmartCard-lezer (optioneel
)
SmartCard-lezer-indic at or
De indicator brandt als ee n SmartCard inge
stoken is.
De indicator knippert als geen SmartCar
dingestokenis.
A26361-K1002-Z220-1-5419, uitgave 2 17