Technical data
Gebruiksaanwijzing
4 - Nederlands A26361-K1001-Z290-2-8N19, uitgave 1
Tabel 2: Richtlijnen en fabrikantverklaring – elektromagnetische
storingsvastheid
De in dit handboek genoemde systemen zijn bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische
omgeving zoals hieronder staat aangegeven. De klant of de gebruiker van het toestel of van het
systeem moet ervoor zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Controles van de
storingsvastheid
IEC 60601
testniveau
Overeenstem
mingsniveau
Elektromagnetische
omgeving – richtlijnen
Ontlading van
statische elektriciteit
(ESD)
volgens
IEC 61000-4-2
+/- 6 kV contactontlading
+/- 8 kV luchtontlading
+/-6 kV
+/-8 kV
De vloer moet uit hout of
beton bestaan of voorzien zijn
van keramische tegels. Als de
vloer voorzien is van
synthetisch materiaal, moet
de relatieve luchtvochtigheid
minstens 30% bedragen.
Snelle transiënte
elektrische
storingsgrootheden
(bursts)
volgens
IEC 61000-4-4
+/- 2 kV voor netkabels
+/- 1 kV voor ingangs-
en uitgangskabels
+/- 2 kV
+/- 1 kV
De kwaliteit van de voedings-
spanning moet
overeenkomen met die van
een typische bedrijfs- of
ziekenhuisomgeving.
Stootspanningen
(surges)
volgens
IEC 61000-4-5
+/- 1 kV balansspanning
+/- 2 kV ìn-fase-
spanning
+/- 1 kV
+/- 2 kV
De kwaliteit van de voedings-
spanning moet
overeenkomen met die van
een typische bedrijfs- of
ziekenhuisomgeving.
<5% U
T
(>95% daling van U
T
)
gedurende ½ periode
geslaagd, A
<40% U
T
(>60% daling van U
T
)
gedurende 5 perioden
<70% U
T
(>30% daling van U
T
)
gedurende 25 perioden
geslaagd, A
Voedings-
spannings-
bereik
200 V – 240 V/
50/60Hz
geslaagd, C
Voedings-
spannings-
bereik
100 V – 200 V/
50/60Hz
Kortstondige
spanningsdaling,
korte onderbrekingen
en schommelingen in
de voedingsspanning
volgens
IEC 61000-4-11
<5% U
T
(>95% daling van U
T
)
gedurende 5 s
geslaagd C
De kwaliteit van de
voedingsspanning moet
overeenkomen met die van
een typische bedrijfs- of
ziekenhuisomgeving. Als de
gebruiker van het toestel of
van het systeem ook bij het
optreden van onderbrekingen
in de energievoorziening
verlangt dat de functie wordt
verdergezet, wordt
aanbevolen het toestel of het
systeem met een
onderbrekingsvrije voeding of
een batterij te voeden.










