Operation Manual
Veiligheidsfuncties
Wachtwoordbeveiliging configureren in de
BIOS-Setup-Utility
Voor u de verschillende mo gelijkheden van de wachtwoordbeveiliging in
de BIOS-Setup-Utility voor de beveiliging van uw gegevens gebruikt, dient
u rekening te houden met he t volgende:
Noteer de wachtw oord en e n b ewaar ze op een veilige plaats. Als u uw
supervisor-wachtwoord niet meer kent, heeft u geen toegang meer tot
uw notebook. Het wissen van het wachtwoord w ordt niet gedekt door
de garantie en moet dus worden vergoed.
Wachtwoordbeveiliging
Uw wachtwoord mag maximaal acht teken s lang zijn en kan bestaan uit letters en
cijfers. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
Beveiliging van de BIOS-Setup-Utility (supervisor-
en u ser-wachtwoord)
Als u deze gebruikshandleiding op het beeldscherm heeft geopend, is het aan te
bevelen volgende instructies af te drukken. Terwijl u het wachtwoord configureert,
kunt u de instructies namelijk niet oproepen op het beeldscherm.
BIOS-Setup-Utility
Zowel met het supervisor-wachtwoord als met het user-wachtw oord voorkomt u onbevoegd gebruik
van de BIOS-Setup-Utility. Met het supervisor-wachtwoord heeft u toegang tot alle functies van de
BIOS-Setup-Utility, met het user-wachtwoord heeft u slechts toegang tot een deel van deze functies.
U kunt pas een user-wachtwoord instellen als reeds een supervisor-wachtwoord werd gedefinieerd.
HoeudeBIOS-Setup-Utility moet oproepen en bedienen, staat beschreven in
het hoofdstuk "
Instellingen in de BIOS-Setup-Utilit y", pagina 73.
54 A26391-K90-Z200-1-5419, uitgave 1