Operation Manual
Werken met het Notebook
26 10600648468, uitgave 1
Heldere of donkere beeldpunten
Volgens de huidige stand van de productietechniek kan geen volledig foutloze schermweergave
gegarandeerd worden. Er kunnen een paar constant heldere of donkere beeldpunten voorkomen.
Het maximaal toelaatbare aantal van zulke foutieve beeldpunten wordt vastgelegd in de strenge
internationale norm ISO 13406-2 (klasse II).
Voorbeeld:
Een 15" plat beeldscherm met resolutie 1024 x 768 heeft 1024 x 768 = 786432
beeldelementen (pixels). Elk pixel bestaat uit drie subpixels (rood, groen en blauw), zodat er
bijna 2,4 miljoen subpixels (subpixels / dots) zijn. Volgens ISO 13406-2 (klasse II) mogen
maximaal 4 pixels en daarnaast 5 subpixels defect zijn, m.a.w. in totaal 17 defecte subpixels.
Dat is ca. 0,0007 % van het totale aantal subpixels!
Achtergrondverlichting
TFT-beeldschermen werken met een achtergrondverlichting. De lichtsterkte van de
achtergrondverlichting kan in de loop van de gebruikstijd van het Notebook verminderen. U kunt de
helderheid van uw beeldscherm echter individueel instellen.
Beeldscherminstellingen
Bureaublad instellen
De beeldschermresolutie van het LCD-beeldscherm van uw Notebook is bij levering optimaal
ingesteld.
Helderheid van het LCD-beeldscherm wijzigen
U kunt de helderheid van uw LCD-beeldscherm instellen met behulp van de toetsen Fn en F6 of
F7 .
Lettergrootte wijzigen
U kunt onder Start - Configuratiescherm - Vormgeving en thema's - Beeldscherm - Instellingen in het veld
Lettertypen kiezen tussen een groter of een kleiner lettertype.
Weergave op het LCD-beeldscherm en een extern beeldscherm synchroniseren
Uw Notebook ondersteunt de gelijktijdige weergave op het LCD-beeldscherm en een extern
beeldscherm. Met de toetscombinatie Fn + F5 kan u heen en weer schakelen tussen enkel LCD-
beeldscherm, enkel extern beeldscherm of LCD-beeldscherm en extern beeldscherm. Deze laatste
instelling is interessant als u de hoge resolutie en hoge beeldfrequentie van een extern beeldscherm
wenst.
Accu
De accu voorziet het Notebook bij mobiel gebruik van de nodige energie. U kunt de autonomietijd
van een acculading verhogen door de beschikbare energiespaarfuncties te gebruiken.
De levensduur van de accu hangt af van zijn vakkundige bewaring, het aantal laad-/ontlaadcycli en
de bedrijfstemperatuur van het Notebook.